Einde inhoudsopgave
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/147
147 Bewijs tijdens de deelgeschilprocedure
Mr. E.F. Groot, datum 01-01-2015
- Datum
01-01-2015
- Auteur
Mr. E.F. Groot
- JCDI
JCDI:ADS452206:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Voetnoten
Voetnoten
Kamerstukken II 2007-08, 31 518, nr. 3, p. 7 (MvT). Zie ook Klaassen 2010, p. 45 en het verslag van Huijsmans/Vermeulen 2014, p. 26, waaruit blijkt dat de meerderheid van de deelnemers aan de vergadering meent dat getuigen niet tijdens de deelgeschilprocedure dienen te worden gehoord vanwege het vertragende effect op de deelgeschilprocedure.
Hoveling 2014, p. 48 en 50; zie bijvoorbeeld ook Rb. Haarlem 12 mei 2011, ECLI:NL:RBHAA:2011: BQ4765; Rb. Arnhem 2 januari 2012, ECLI:NL:RBARN:2012:3824; Rb. Rotterdam 8 februari 2012, ECLI:NL:RBROT:2012:BV3328; Rb. Den Haag 1 mei 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:7010. Een voorbeeld waarin de rechter wel overging tot het horen van getuigen in de deelgeschilprocedure is Rb. Gelderland 15 juli 2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:3764. In die zaak waren de te bewijzen feiten beperkt van omvang en niet complex, terwijl het (financiële) belang van de zaak groot was. De rechtbank achtte bij haar oordeel dat nadere bewijsvoering noodzakelijk was ook van belang dat schriftelijke verklaringen “met enige terughoudendheid dienen te worden beoordeeld”.
Rb. Noord-Nederland 18 maart 2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ7237.
Hierboven is reeds opgemerkt dat de rechter op grond van art. 1019z Rv een ‘kosten/baten’-analyse moet maken. Hoewel in een deelgeschilprocedure bewijsverrichtingen wel mogelijk zijn, zal in het algemeen het horen van getuigen een vlotte en goedkope afhandeling van de deelgeschilprocedure in de weg staan.1 Hoveling stelt vast dat in 13% van de deelgeschillen in de periode van juli 2010 tot en met januari 2014 nadere bewijslevering nodig was en dat de rechter inderdaad terughoudend bleek met het in die zaken toelaten van bewijslevering.2 De verzoeker in een deelgeschilprocedure doet er daarom verstandig aan het (getuigen)bewijs van de in de deelgeschilprocedure relevante feiten bijeen te brengen alvorens een deelgeschilprocedure te beginnen.
Als een deelgeschilprocedure aanhangig is gemaakt en nog geheel geen voorlopig getuigenverhoor is verzocht, ligt afwijzing van de deelgeschilprocedure in de rede als getuigenverklaringen noodzakelijk zijn voor de beslissing in de deelgeschilprocedure. In een enkel geval komt de rechter de verzoeker echter tegemoet. In een zaak waarin het noodzakelijk was de toedracht van de val van de verzoekster tegen een paaltje te bewijzen, hield de rechtbank de deelgeschilprocedure aan.3 Nadat de getuigen (verzoekster en haar echtgenoot) waren gehoord, gaf de rechtbank een beslissing in de deelgeschilprocedure. De oplossing van de rechtbank verdient navolging in feitelijk en juridisch simpele zaken waarin het horen van (een) enkele getuige(n) kan leiden tot een beslissing in het deelgeschil.