RvdW 2010/1256:Publiek monopolie voor organisatie van sportweddenschappen binnen Land. Beslissing van Bundesverfassungsgericht waarbij wordt vastgesteld dat regeling inzake dit monopolie onverenigbaar is met Duitse grondwet, maar deze regeling gedurende overgangsperiode wordt gehandhaafd zodat zij met grondwet in overeenstemming kan worden gebracht — Beginsel van voorrang van recht van Unie. Toelaatbaarheid en eventuele voorwaarden voor dergelijke overgangsperiode wanneer betrokken nationale regeling eveneens inbreuk maakt op artikelen 43 EG en 49 EG.

RvdW 2010/1256

Publiek monopolie voor organisatie van sportweddenschappen binnen Land. Beslissing van Bundesverfassungsgericht waarbij wordt vastgesteld dat regeling inzake dit monopolie onverenigbaar is met Duitse grondwet, maar deze regeling gedurende overgangsperiode wordt gehandhaafd zodat zij met grondwet in overeenstemming kan worden gebracht — Beginsel van voorrang van recht van Unie. Toelaatbaarheid en eventuele voorwaarden voor dergelijke overgangsperiode wanneer betrokken nationale regeling eveneens inbreuk maakt op artikelen 43 EG en 49 EG.

Documentgegevens:

HvJ EU 08-09-2010, ECLI:EU:C:2010:503

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Datum: 8 september 2010
Magistraten: V. Skouris, A. Tizzano, J. N. Cunha Rodrigues, K. Lenaerts, J.-C. Bonichot, P. Lindh, K. Schiemann, A. Borg Barthet, M. Ilešič, J. Malenovský, U. Lõhmus, A. Ó Caoimh, L. Bay Larsen
Zaaknummer: C-409/06
Conclusie: A-G Y. Bot
LJN: BN7600
Vakgebied(en): Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
Brondocumenten: ECLI:EU:C:2010:503, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 08‑09‑2010
Wetingang: EG-verdrag, art. 43, 49

Essentie

Winner Wetten GmbH tegen Bürgermeisterin der Stadt Bergheim

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Verwaltungsgericht Köln bij beslissing van 21 september 2006.

Publiek monopolie voor organisatie van sportweddenschappen binnen Land. Beslissing van Bundesverfassungsgericht waarbij wordt vastgesteld dat regeling inzake dit monopolie onverenigbaar is met Duitse grondwet, maar deze regeling gedurende overgangsperiode wordt gehandhaafd zodat zij met grondwet in overeenstemming kan worden gebracht — Beginsel van voorrang van recht van Unie. Toelaatbaarheid en eventuele voorwaarden voor dergelijke overgangsperiode wanneer betrokken nationale regeling eveneens inbreuk maakt op artikelen 43 EG en 49 EG. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.