Einde inhoudsopgave
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/108
108 Proceskostenveroordeling ex art. 1019h Rv in verstekzaken
C.J.S. Vrendenbarg, datum 15-12-2017
- Datum
15-12-2017
- Auteur
C.J.S. Vrendenbarg
- JCDI
JCDI:ADS581405:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Rb. Den Haag (vzr.) 4 september 2009, ECLI:NL:RBSGR:2009:BK8039 (Formula One/Goldzade). Dat kan overigens ook door middel van een publicatie in de Staats courant: Rb. Den Haag (vzr.) 19 september 2016, IEPT 20160919 (Tommy Hilfiger/Soob Management).
Rb. Den Haag 4 februari 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:2027 (Tommy Hilfiger/ gedaagden); HR 14 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ4104.
In Rb. Den Haag 4 februari 2014, IEPT 20140204 (PJS/Energxchange) werd zodoende een bedrag van ruim € 30.000 aan proceskosten bij verstek toegewezen.
In procedures waarin de gedaagde verstek laat gaan, kan ook een proceskostenveroordeling op grond van art. 1019h Rv worden uitgesproken. In dat verband geldt wel een aantal voorwaarden voor toewijzing. De kosten kunnen worden mee- betekend, in welk geval geldt dat enkel die kosten kunnen worden toegewezen, zodat gedaagde niet voor (verdere) verrassingen komt te staan.1 De opgave behoeft niet bij exploot aan een niet-verschenen gedaagde te worden uitgebracht, maar wel dient de eiser aan te tonen dat de opgave is verzonden naar een adres waarvan hij redelijkerwijs mocht aannemen dat de wederpartij aldaar door hem kon worden bereikt, en dat de opgave aldaar is aangekomen.2 Het gaat er kortom om, dat de gedaagde kennis heeft kunnen nemen van de vordering. Indien daarvan sprake is, dan rest de marginale beoordeling door de rechter of de vorderingen hem onrechtmatig of ongegrond voorkomen. Is daarvan naar het oordeel van de rechter geen sprake, dan plegen de proceskosten (die niet zijn bestreden) volledig te worden toegewezen.3 Op basis van de Indicatietarieven versie 1 april 2017 zal in verstekzaken in beginsel hooguit het toepasselijk maximumtarief worden toegepast. Zie nader nr. 128.