Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2023/2225 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2008/48/EG
Artikel 41 Bevoegde autoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 19-11-2023
- Bronpublicatie:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2225 (uitgifte: 30-10-2023, regelingnummer: 2023/2225)
- Inwerkingtreding
19-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2225 (uitgifte: 30-10-2023, regelingnummer: 2023/2225)
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Informatierecht / ICT
1.
De lidstaten wijzen de bevoegde nationale autoriteiten aan die gemachtigd zijn te zorgen voor de toepassing en handhaving van deze richtlijn, en zien erop toe dat zij over de nodige onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden en toereikende middelen beschikken voor de efficiënte en effectieve uitoefening van hun taken.
De bevoegde autoriteiten zijn overheidsinstanties dan wel bij nationaal recht of door overheidsinstanties erkende instanties die daartoe uitdrukkelijk zijn gemachtigd bij nationaal recht. Zij zijn geen kredietgevers of kredietbemiddelaars.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten, alle personen die werkzaam zijn of zijn geweest voor de bevoegde autoriteiten, alsmede accountants en deskundigen die in opdracht van de bevoegde autoriteiten handelen, aan het beroepsgeheim gebonden zijn. De vertrouwelijke gegevens waarvan deze personen beroepshalve kennis krijgen, mogen aan geen enkele persoon of autoriteit bekend worden gemaakt, behalve in samengevatte of samengevoegde vorm, onverminderd de gevallen die onder het strafrecht of deze richtlijn vallen. Dit belet de bevoegde autoriteiten evenwel niet vertrouwelijke gegevens uit te wisselen of door te geven in overeenstemming met het Unie- en het nationale recht.
3.
De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten een van de volgende instanties zijn:
- a)
bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 4, punt 2, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (1), of
- b)
andere autoriteiten dan de in punt a) bedoelde bevoegde autoriteiten, op voorwaarde dat die autoriteiten krachtens nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen met de in punt a) bedoelde bevoegde autoriteiten moeten samenwerken indien dat noodzakelijk is voor de uitoefening van hun taken in het kader van deze richtlijn.
4.
De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten voldoen aan de criteria van artikel 5 van Verordening (EU) 2017/2394.
5.
De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten en wijzigingen daarin, en, indien er zich meer dan één bevoegde autoriteit op hun grondgebied bevindt, vermelden zij daarbij de eventuele taakverdeling tussen die verschillende bevoegde autoriteiten. De eerste kennisgeving geschiedt zo spoedig mogelijk en uiterlijk op 20 november 2025.
6.
De bevoegde autoriteiten oefenen hun bevoegdheden uit in overeenstemming met hun nationale wetgeving:
- a)
rechtstreeks op eigen gezag of onder toezicht van de gerechtelijke autoriteiten, of
- b)
door een verzoek in te dienen bij de rechtbanken die bevoegd zijn de vereiste beslissing te geven, en, in voorkomend geval, door beroep aan te tekenen ingeval het verzoek om het geven van de vereiste beslissing wordt afgewezen.
7.
Indien meer dan één autoriteit op hun grondgebied bevoegd is, zorgen de lidstaten ervoor dat hun respectieve taken duidelijk worden omschreven en dat deze autoriteiten nauw met elkaar samenwerken zodat zij zich naar behoren van hun respectieve taken kunnen kwijten.
8.
De Commissie maakt ten minste eenmaal per jaar de lijst van de bevoegde autoriteiten bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie en werkt deze lijst op haar website voortdurend bij.
9.
De lidstaten kunnen nationale wetgeving toepassen om aan nationale bevoegde autoriteiten productinterventiebevoegdheden toe te kennen om kredietproducten uit de handel te nemen indien dat gerechtvaardigd is.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).