FED 2022/104
Alleen direct met de verkrijging van aandelen in verband staande kosten behoren tot de verkrijgingsprijs van aanmerkelijkbelangaandelen. Op grond van een redelijke wetstoepassing behoren ook bij doorschuiving voor rekening van de verkrijger komende kosten tot zijn verkrijgingsprijs. Schenkbelasting behoort niet tot de verkrijgingsprijs.
HR 11-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:883, m.nt. dr. J.W.J. de Kort
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 2021
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Van Loon, Faase, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
19/04234
- Noot
dr. J.W.J. de Kort
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS675620:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:883, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:428, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑04‑2020
- Wetingang
Essentie
Alleen direct met de verkrijging van aandelen in verband staande kosten behoren tot de verkrijgingsprijs van aanmerkelijkbelangaandelen. Op grond van een redelijke wetstoepassing behoren ook bij doorschuiving voor rekening van de verkrijger komende kosten tot zijn verkrijgingsprijs. Schenkbelasting behoort niet tot de verkrijgingsprijs.
Samenvatting
De Hoge Raad oordeelt dat de door de verkrijger van aanmerkelijkbelangaandelen betaalde schenkbelasting niet behoort tot de voor hem geldende verkrijgingsprijs omdat daartoe alleen kosten behoren gemaakt in rechtstreeks verband met die verkrijging. De in 1997 doorgevoerde subjectivering van het inkomen uit aanmerkelijk belang heeft op dit punt geen veranderingen gebracht. Bovendien oordeelt de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.