Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 603/2013 betreffende de instelling van ‘Eurodac’ voor de vergelijking van vingerafdrukken t.b.v. een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens t.b.v. rechtshandhaving
Artikel 27 Toegang tot en rechtzetting respectievelijk verwijdering van in Eurodac opgeslagen gegevens
Geldend
Geldend van 19-07-2013 tot 12-06-2026
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 180 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 603/2013)
- Inwerkingtreding
19-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 180 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 603/2013)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Privacy / Algemeen
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
De lidstaat van oorsprong heeft toegang tot de gegevens die hij heeft toegezonden en die in het centraal systeem zijn opgeslagen overeenkomstig deze verordening.
Lidstaten hebben geen toegang tot de gegevens die door een andere lidstaat zijn toegezonden, en mogen evenmin dergelijke gegevens ontvangen, met uitzondering van de gegevens die het resultaat zijn van de in artikel 9, lid 5, genoemde vergelijking.
2.
Elke lidstaat bepaalt welke nationale autoriteiten in overeenstemming met lid 1 van dit artikel toegang hebben tot de in het centraal systeem opgeslagen gegevens met het oog op de toepassing van artikel 1, lid 1. In deze aanwijzing wordt gespecificeerd welke dienst precies bevoegd is voor de uitvoering van de taken in verband met de toepassing van deze verordening. Elke lidstaat zendt de Commissie en het Agentschap onverwijld de lijst van die diensten en eventuele wijzigingen daarvan toe. Het Agentschap maakt een geconsolideerde lijst bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. Wanneer de lijst wordt gewijzigd, zet het Agentschap een keer per jaar een bijgewerkte geconsolideerde versie ervan op het internet.
3.
Alleen de lidstaat van oorsprong is bevoegd de gegevens die hij aan het centraal systeem heeft toegezonden, te wijzigen door rechtzetting, aanvulling of verwijdering, onverminderd de verwijdering overeenkomstig artikel 12, lid 2, of artikel 16, lid 1.
4.
Indien een lidstaat of het Agentschap over aanwijzingen beschikt dat in het centraal systeem opgeslagen gegevens feitelijk onjuist zijn, stelt hij de lidstaat van oorsprong zo spoedig mogelijk hiervan in kennis.
Indien een lidstaat aanwijzingen heeft dat bepaalde gegevens in strijd met deze verordening in het centraal systeem werden opgeslagen, stelt hij het Agentschap, de Commissie en de lidstaat van oorsprong zo spoedig mogelijk daarvan in kennis. De laatstgenoemde lidstaat controleert de betrokken gegevens en zorgt er, voor zover noodzakelijk, voor dat zij onverwijld worden gewijzigd of verwijderd.
5.
De in het centraal systeem opgeslagen gegevens worden door het Agentschap niet overgedragen aan of beschikbaar gesteld voor de autoriteiten van derde landen. Dit verbod geldt niet voor de doorgifte van dergelijke gegevens aan derde landen waarop Verordening (EU) nr. 604/2013 van toepassing is.