Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 1253
Ontneming van wederrechtelijk voordeel verkregen uit soortgelijke feiten.
HR 13-10-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ3577
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 oktober 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
08/00844 P
- Conclusie
A-G Vegter
- LJN
BJ3577
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ3577, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑10‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ3577, Conclusie, Hoge Raad (Procureur-Generaal), 07‑07‑2009
Essentie
Ontneming van wederrechtelijk voordeel verkregen uit soortgelijke feiten.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 27 juni 2007, nummer 20/003379-06, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [Betrokkene]. Adv. mr. R. Zilver, te Utrecht.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
1.1.
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft mr. R. Zilver, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.