Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/135
Herzieningsaanvraag. Zedenzaak. Rapport van de deskundige komt erop neer dat hij de verklaring van de getuige anders weegt dan het hof heeft gedaan, hetgeen niet voldoende is om het voor herziening vereiste ‘ernstige vermoeden’ te wekken. Voorts bevat het rapport geen nieuw of gewijzigd deskundigeninzicht. De aanvraag is kennelijk ongegrond. De HR acht geen grond aanwezig tot inwilliging van het verzoek tot het (doen) instellen van een nader onderzoek.
HR 10-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:31
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 januari 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/02322
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:31, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑01‑2017
Essentie
Herzieningsaanvraag. Zedenzaak. Rapport van de deskundige komt erop neer dat hij de verklaring van de getuige anders weegt dan het hof heeft gedaan, hetgeen niet voldoende is om het voor herziening vereiste ‘ernstige vermoeden’ te wekken. Voorts bevat het rapport geen nieuw of gewijzigd deskundigeninzicht. De aanvraag is kennelijk ongegrond. De HR acht geen grond aanwezig tot inwilliging van het verzoek tot het (doen) instellen van een nader onderzoek.
Partij(en)
Arrest op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 22 december 2011, nummer 20/002946-10, ingediend door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.