Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 2.21 Opbouw en vakken van profielen vwo en havo
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
30-09-2020, Stb. 2020, 379 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35297)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Elk profiel in vwo en havo bestaat uit:
- a.
een gemeenschappelijk deel, dat voor alle profielen gelijk is;
- b.
een profieldeel, dat kenmerkend is voor dat profiel; en
- c.
een vrij deel.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur worden voor alle profielen regels gesteld over:
- a.
de vakken van het gemeenschappelijk deel;
- b.
de vakken van de profieldelen en de vakken die in het profieldeel ter keuze van de leerling zijn, voor zover het bevoegd gezag deze vakken aanbiedt; en
- c.
vakken en andere programmaonderdelen die het vrije deel omvat of kan omvatten, niet zijnde godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan bijzondere scholen, en voor zover het bevoegd gezag deze vakken en andere programmaonderdelen aanbiedt.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur wordt voor de profielen het relatieve gewicht vastgesteld van elk van de vakken binnen het geheel van de vakken van het eindexamen vwo en havo, dat wordt uitgedrukt in een normatieve studielast per vak.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de mogelijkheid dat:
- a.
leerlingen die zijn ingeschreven voor havo in plaats van de vakken op grond van het tweede lid, overeenkomstige vakken kiezen van vwo; en
- b.
leerlingen een of meer extra vakken volgen.
5.
Het bevoegd gezag kan beslissen dat alle leerlingen onderwijs in bepaalde vakken en andere programmaonderdelen volgen.