Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 2.17 Gronden onthouden goedkeuring verordening inzake kerndoelen Fries
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
30-09-2020, Stb. 2020, 379 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35297)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Onze Minister kan aan de verordening, bedoeld in artikel 2.16, in elk geval goedkeuring onthouden indien:
- a.
er naar zijn oordeel onvoldoende draagvlak in het voortgezet onderwijs in Fryslân is voor de voorgelegde kerndoelen Friese taal en cultuur; of
- b.
de kerndoelen Friese taal en cultuur meer inspanningen van het voortgezet onderwijs in Fryslân vergen dan het aandeel van het onderwijs in Friese taal en cultuur binnen het onderwijsprogramma rechtvaardigt.
2.
Onze Minister kan ook aan de verordening goedkeuring onthouden indien naar zijn oordeel de kerndoelen onvoldoende aandacht schenken aan:
- a.
mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in het Fries en het verstaan van de Fries gesproken taal;
- b.
schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid in het Fries en het verwerven van informatie uit teksten die in het Fries zijn gesteld;
- c.
het bevorderen van het begrip van de Friese taal en cultuur; of
- d.
het ontwikkelen van een positieve houding over het gebruik van het Fries.
3.
Ten behoeve van het besluit, bedoeld in het eerste lid, verstrekken gedeputeerde staten aan Onze Minister gegevens over de onderwerpen, bedoeld het eerste lid.
4.
Indien Onze Minister voornemens is goedkeuring te onthouden, verzoekt hij de Onderwijsraad advies uit te brengen en geeft hij daarbij een omschrijving van de onderwerpen waarover advies wordt verwacht. De Onderwijsraad brengt binnen zes weken advies uit aan Onze Minister. Het advies wordt openbaar gemaakt.
5.
Onze Minister informeert beide Kamers der Staten-Generaal over het voornemen de verordening al dan niet goed te keuren.