NJB 2018/2214
Schending van discriminatieverbod. Rechtsherstel. Voor de bepaling van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet wordt aangesloten bij een bepaald inkomensbegrip in de inkomstenbelasting. De ‘omzetting’ door een ondernemer van een FOR in een lijfrente leidt daardoor tot een heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage doordat voor het bijdrage-inkomen wordt uitgegaan van de winst en met aftrek van uitgaven voor inkomensvoorzieningen geen rekening wordt gehouden. Dan ontstaat een ongelijke behandeling ten opzichte van werknemers, wat niet verenigbaar is met de omstandigheid dat de wetgever deze gevallen als gelijke gevallen beschouwt. Geen zodanig zwaarwegende uitvoeringsproblemen die de ongelijke behandeling kunnen rechtvaardigen. Anders dan het Hof: wel rechtsherstel, namelijk wel aftrek verlenen
HR 23-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2175
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 november 2018
- Magistraten
Mrs. De Groot, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren en Cools
- Zaaknummer
17/03140
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Mensenrechten
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2175, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:119, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2017
- Wetingang
Essentie
Schending van discriminatieverbod. Rechtsherstel. Voor de bepaling van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet wordt aangesloten bij een bepaald inkomensbegrip in de inkomstenbelasting. De ‘omzetting’ door een ondernemer van een FOR in een lijfrente leidt daardoor tot een heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage doordat voor het bijdrage-inkomen wordt uitgegaan van de winst en met aftrek van uitgaven voor inkomensvoorzieningen geen rekening wordt gehouden. Dan ontstaat een ongelijke behandeling ten opzichte van werknemers, wat niet verenigbaar is met de omstandigheid dat de wetgever deze gevallen als gelijke gevallen beschouwt. Geen zodanig zwaarwegende uitvoeringsproblemen die de ongelijke behandeling kunnen rechtvaardigen. Anders dan het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.