Einde inhoudsopgave
Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949 betreffende de bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten (Protocol I)
Artikel 88 Wederzijdse rechtshulp in strafzaken
Geldend
Geldend vanaf 07-12-1978
- Bronpublicatie:
08-06-1977, Trb. 1980, 87 (uitgifte: 02-06-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-12-1978
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-1977, Trb. 1980, 87 (uitgifte: 02-06-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
1.
De Hoge Verdragsluitende Partijen verlenen elkaar in zo ruim mogelijke mate rechtshulp in verband met iedere strafrechtelijke procedure, die betrekking heeft op ernstige inbreuken op de Verdragen en dit Protocol.
2.
Met inachtneming van de in de Verdragen en in artikel 85, eerste lid, van dit Protocol neergelegde rechten en verplichtingen en wanneer de omstandigheden zulks toelaten, werken de Hoge Verdragsluitende Partijen samen op het gebied van uitlevering. Zij nemen het verzoek van de Staat, op wiens grondgebied de beweerde inbreuk heeft plaatsgevonden, op passende wijze in overweging.
3.
De wet van de aangezochte Hoge Verdragsluitende Partij is in alle gevallen van toepassing. De bepalingen van de voorgaande leden laten evenwel onverlet de verplichtingen, voortvloeiende uit de bepalingen van enige andere overeenkomst van bilaterale of multilaterale aard, die het terrein van de wederzijdse rechtshulp in strafzaken geheel of gedeeltelijk beheerst of zal beheersen.