Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2015/413 facilitering grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen
Artikel 4 Procedure voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten
Geldend
Geldend vanaf 17-03-2015
- Bronpublicatie:
11-03-2015, PbEU 2015, L 68 (uitgifte: 13-03-2015, regelingnummer: 2015/413)
- Inwerkingtreding
17-03-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2015, PbEU 2015, L 68 (uitgifte: 13-03-2015, regelingnummer: 2015/413)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
1.
Voor onderzoek naar verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen als bedoeld in artikel 2, verlenen de lidstaten de nationale contactpunten van andere lidstaten als bedoeld in lid 2 van dit artikel toegang tot de volgende nationale gegevens uit kentekenregisters, met de bevoegdheid geautomatiseerde bevragingen uit te voeren:
- a)
gegevens met betrekking tot voertuigen, alsmede
- b)
gegevens met betrekking tot de eigenaar of houder van het voertuig.
De onder a) en b) bedoelde specifieke gegevens die nodig zijn voor het uitvoeren van een bevraging stroken met bijlage I.
2.
Ter uitvoering van de in lid 1 bedoelde uitwisseling van informatie wijst elke lidstaat een nationaal contactpunt aan. De bevoegdheden van het nationaal contactpunt worden bepaald door het toepasselijke recht van de betrokken lidstaat.
3.
Bij het uitvoeren van een bevraging in de vorm van een uitgaand verzoek gebruikt het nationale contactpunt van de lidstaat van de overtreding een volledig kenteken.
Die bevragingen worden uitgevoerd in overeenstemming met de procedures van hoofdstuk 3 van de bijlage bij Besluit 2008/616/JBZ, uitgezonderd punt 1 van hoofdstuk 3 van de bijlage bij Besluit 2008/616/JBZ, waarop bijlage I bij deze richtlijn van toepassing is.
De lidstaat van de overtreding gebruikt uit hoofde van deze richtlijn de verkregen gegevens om vast te stellen wie persoonlijk aansprakelijk is voor de in artikel 2 opgenomen verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen.
4.
De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de uitwisseling van informatie via interoperabele elektronische middelen plaatsvindt, zonder uitwisseling van gegevens uit andere databanken die niet voor de toepassing van deze richtlijn worden gebruikt. Zij zorgen ervoor dat een dergelijke uitwisseling van informatie op een kosteneffectieve en veilige manier verloopt. De lidstaten waarborgen de beveiliging en bescherming van de verstrekte gegevens door zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande softwaretoepassingen zoals die welke in artikel 15 van Besluit 2008/616/JBZ wordt genoemd, alsmede gewijzigde versies van die softwaretoepassingen, in overeenstemming met bijlage I bij deze richtlijn en de punten 2 en 3 van hoofdstuk 3 van de bijlage bij Besluit 2008/616/JBZ. De gewijzigde versies van de softwaretoepassingen voorzien zowel in een online-uitwisselingswijze in realtime als in een uitwisselingswijze met gegroepeerde gegevens; deze laatste methode moet toelaten dat meerdere verzoeken of antwoorden in één bericht kunnen worden uitgewisseld.
5.
Elke lidstaat draagt de eigen kosten in verband met de administratie, het gebruik en het onderhoud van de in lid 4 vermelde softwaretoepassingen.