Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2016/797 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie
Artikel 23 Controles voorafgaand aan het gebruik van toegelaten voertuigen
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2016
- Bronpublicatie:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/797)
- Inwerkingtreding
15-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/797)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Informatierecht / Europees informatierecht
Vervoersrecht / Railvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
1.
Voordat een spoorwegonderneming een voertuig gebruikt in het gebruiksgebied dat in de vergunning voor het in de handel brengen is vermeld, controleert de onderneming of:
- a)
voor het voertuig een vergunning voor het in de handel brengen is afgegeven overeenkomstig artikel 21 en of het voertuig correct is geregistreerd;
- b)
het voertuig compatibel is met het traject op basis van het infrastructuurregister, de desbetreffende TSI's of iedere andere relevante informatie die de infrastructuurbeheerder gratis en binnen een redelijke termijn moet verstrekken als een dergelijk register niet bestaat of niet volledig is, en
- c)
het voertuig correct is geïntegreerd in de samenstelling van de trein waarin het bedoeld is te functioneren, rekening houdend met het veiligheidsbeheersysteem van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2016/798 en de TSI inzake exploitatie en verkeersleiding.
2.
Voor de toepassing van lid 1 mag de spoorwegonderneming tests uitvoeren in samenwerking met de infrastructuurbeheerder.
De infrastructuurbeheerder doet, in overleg met de aanvrager, al het mogelijke om eventuele tests binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek van de aanvrager te laten plaatsvinden.