JWB 2010/165
Procesrecht
HR 23-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL5450
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 april 2010
- Zaaknummer
09/01267
- LJN
BL5450
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL5450, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL5450, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑12‑2008
- Wetingang
Art. 27 lid 3 Fw; art. 25 lid 1 Fw; art. 332, 398 Rv
Essentie
Procesrecht
Samenvatting
Casus
De vordering van eiser strekt tot betaling van schadevergoeding en smartengeld wegens letselschade die eiser stelt te hebben geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden voor verweerster. Eiser is hangende de procedure bij de rechtbank, in staat van faillissement verklaard. De curator heeft ingevolge art. 27 lid 3 F. met toestemming van de rechter-commissaris de procedure overgenomen. Nadat bij tussenvonnis door de rechtbank hoger beroep was opengesteld, heeft verweerster de curator gedagvaard voor het hof en hoger beroep aangezegd van de door de rechtbank gewezen tussenvonnissen. Het hof heeft deze tussenvonnissen vernietigd en de door eiser ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.