NJB 2013/1615
Onrechtmatige overheidsdaad. Douanerechten. Kwijtschelding. De inspecteur reikt aan een douane-expediteur een uitnodiging tot betaling (UTB) uit ter zake van douanerechten, omzetbelasting en accijns ten bedrage van ruim ƒ 16 miljoen. Uiteindelijk verleent de inspecteur kwijtschelding van de in de UTB begrepen schulden. De curator van de gefaillieerde douane-expediteur vordert schadevergoeding van de Staat en de Ontvanger. HR: Het oordeel van het hof dat uit de kwijtschelding niet volgt dat de UTB onrechtmatig was, berust niet op een onjuiste rechtsopvatting, en voor het overige op een niet onbegrijpelijke en toereikend gemotiveerde waardering van de buitengewone omstandigheden van dit geval. Het oordeel van het hof dat de maatregelen die de curator aanduidt als invorderingsmaatregelen, niet van dien aard zijn dat ze onrechtmatig moeten worden geacht, is, als verweven met waarderingen van feitelijke aard, in cassatie slechts beperkt toetsbaar, niet onbegrijpelijk en niet onvoldoende gemotiveerd
HR 21-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1705 (Kwijtschelding douaneschuld)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 juni 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. de Groot en M.V. Polak
- Zaaknummer
12/01330
- LJN
BZ1705
- Roepnaam
Kwijtschelding douaneschuld
- Vakgebied(en)
Invordering / Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Douane (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ1705, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ1705, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑02‑2012
- Wetingang
art. 6:162 BW; Verordening (EEG) 1430/79 art. 13
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Douanerechten. Kwijtschelding. De inspecteur reikt aan een douane-expediteur een uitnodiging tot betaling (UTB) uit ter zake van douanerechten, omzetbelasting en accijns ten bedrage van ruim ƒ 16 miljoen. Uiteindelijk verleent de inspecteur kwijtschelding van de in de UTB begrepen schulden. De curator van de gefaillieerde douane-expediteur vordert schadevergoeding van de Staat en de Ontvanger. HR: Het oordeel van het hof dat uit de kwijtschelding niet volgt dat de UTB onrechtmatig was, berust niet op een onjuiste rechtsopvatting, en voor het overige op een niet onbegrijpelijke en toereikend gemotiveerde waardering van de buitengewone omstandigheden van dit geval. Het oordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.