Besluit regelen ontheffing functie militaire ambtenaren Koninklijke landmacht
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 07-06-1969
- Bronpublicatie:
02-06-1969, Stb. 1969, 231 (uitgifte: 05-06-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-06-1969
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-06-1969, Stb. 1969, 231 (uitgifte: 05-06-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Gedurende de tijd, dat de militair op grond van artikel 2 van de uitoefening van zijn functie is ontheven, ontvangt hij 80 percent van de laatstelijk genoten bezoldiging, vermeerderd met zoveel — doch ten hoogste 10 — malen 0,5 percent van die bezoldiging als het totaal aantal volle pensioengeldige dienstjaren op de dag van ingang van de ontheffing van de uitoefening van de functie meer dan 30 bedraagt.
2.
Gedurende de in het vorige lid bedoelde tijd, zijn op de militair de artikelen 5, 6 en 8 van de Uitkeringswet gewezen militairen (Stb. 1966, 451) van overeenkomstige toepassing.