HR, 06-02-2015, nr. 11/00454
ECLI:NL:HR:2015:225
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
06-02-2015
- Zaaknummer
11/00454
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2015:225, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑02‑2015; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1893, Gevolgd
In cassatie op: ECLI:NL:GHAMS:2010:BP0303, Bekrachtiging/bevestiging
- Vindplaatsen
NTFR 2015/653 met annotatie van Mr. W.F.E.M. Egelie
Uitspraak 06‑02‑2015
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Partij(en)
6 februari 2015
Nr. 11/00454
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van TBG Limited te [Z], Malta (als rechtsopvolger van [A] Holdings N.V.; hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 16 december 2010, nr. 09/00148, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 08/5014) betreffende een op aangifte afgedragen bedrag aan dividendbelasting.
1. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft op 19 augustus 2011 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.
Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
Belanghebbende heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, schriftelijk gereageerd op het arrest van 5 juni 2014, X B.V. en TBG Limited, gevoegde zaken C-24/12 en C‑27/12, van het Hof van Justitie van de Europese Unie, BNB 2014/187.
De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft op 2 oktober 2014 nader geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.
Belanghebbende heeft schriftelijk gereageerd op de nadere conclusie van de Advocaat-Generaal.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. het heden in de zaak met nummer 11/00453, ECLI:NL:HR:2015:121, tussen dezelfde partijen uitgesproken arrest van de Hoge Raad).
3. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens, C.B. Bavinck, P.M.F. van Loon en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 6 februari 2015.