Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2017/1132 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht
Artikel 86 bis Toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 11-02-2021
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 12-08-2022.
- Bronpublicatie:
16-12-2020, PbEU 2021, L 22 (uitgifte: 22-01-2021, regelingnummer: 2021/23)
- Inwerkingtreding
11-02-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2020, PbEU 2021, L 22 (uitgifte: 22-01-2021, regelingnummer: 2021/23)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
Dit hoofdstuk is van toepassing op omzettingen van kapitaalvennootschappen die zijn opgericht in overeenstemming met het recht van een lidstaat en die hun statutaire zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de Unie hebben, in kapitaalvennootschappen die onder het recht van een andere lidstaat vallen.
2.
Dit hoofdstuk geldt niet voor grensoverschrijdende omzettingen waarbij een vennootschap is betrokken waarvan het doel de collectieve belegging van uit het publiek aangetrokken kapitaal is, met toepassing van het beginsel van risicospreiding en waarvan de rechten van deelneming op verzoek van de houders ten laste van de activa van die vennootschap rechtstreeks of indirect worden ingekocht of terugbetaald. Met dergelijke inkopen of terugbetalingen wordt gelijkgesteld ieder handelen van een dergelijke vennootschap om te voorkomen dat de waarde van haar deelnemingsrechten ter beurze aanzienlijk afwijkt van de intrinsieke waarde.
3.
De lidstaten zorgen ervoor dat dit hoofdstuk niet van toepassing is op vennootschappen in een van de volgende omstandigheden:
- a)
de vennootschap is in vereffening en is begonnen met het verdelen van activa onder haar deelnemers;
- b)
de vennootschap is onderworpen aan afwikkelingsinstrumenten, -bevoegdheden en -mechanismen waarin titel IV van Richtlijn 2014/59/EU of titel V van Verordening (EU) 2021/23 voorziet.
4.
De lidstaten kunnen besluiten dit hoofdstuk niet toe te passen op vennootschappen:
- a)
in een insolventieprocedure of ten aanzien waarvan een preventieve herstructureringsprocedure loopt;
- b)
waartegen een andere dan de in lid 3, onder a), bedoelde vereffeningsprocedure is ingeleid; of
- c)
waarop crisispreventiemaatregelen in de zin van artikel 2, lid 1, punt 101, van Richtlijn 2014/59/EU of in de zin van artikel 2, punt 48, van Verordening (EU) 2021/23 van toepassing zijn.