Einde inhoudsopgave
Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds
Artikel 57 Richtsnoeren
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2003
- Redactionele toelichting
Voorlopige toepassing vanaf 02-08-2000, vastgesteld bij Besluit nr. 1/2000 (2000/483/EG) van 27-07-2000 (Trb. 2002, 14).
- Bronpublicatie:
23-06-2000, Trb. 2001, 57 (uitgifte: 03-04-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2003, Trb. 2003, 89 (uitgifte: 18-06-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
1.
Bij de uitvoering van de uit hoofde van de Overeenkomst gefinancierde activiteiten werken de ACS-staten en de Gemeenschap nauw samen, met inachtneming van de gelijkheid der partners.
2.
De ACS-staten zijn verantwoordelijk voor:
- a.
het vaststellen van de doelstellingen en prioriteiten waarop de indicatieve programma's worden gebaseerd;
- b.
het selecteren van projecten en programma's;
- c.
het opstellen en presenteren van de dossiers voor de projecten en programma's;
- d.
het voorbereiden van aanbestedingen, het voeren van onderhandelingen en het gunnen van opdrachten;
- e.
de uitvoering en het beheer van projecten en programma's; en
- f.
het onderhoud van projecten en programma's.
3.
Onverminderd bovenstaande bepalingen kunnen tevens nietoverheidsactoren worden belast met het indienen van voostellen voor en het uitvoeren van programma's en projecten op gebieden die hen aangaan.
4.
De ACS-staten en de Gemeenschap zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor:
- a.
het in het kader van de gezamenlijke instellingen vaststellen van richtsnoeren voor de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering;
- b.
het vaststellen van de indicatieve programma's;
- c.
het evalueren van projecten en programma's;
- d.
het waarborgen dat op gelijke voorwaarden kan worden deelgenomen aan aanbestedingen en toegang wordt verkregen tot opdrachten;
- e.
het uitoefenen van toezicht op en het verrichten van de evaluatie van het effect en de resultaten van projecten en programma's; en
- f.
het toezien op adequate, snelle en doeltreffende uitvoering van projecten en programma's.
5.
De Gemeenschap is verantwoordelijk voor het nemen van de financieringsbesluiten met betrekking tot de projecten en programma's.
6.
Tenzij in de Overeenkomst anders wordt bepaald, wordt ieder besluit dat door een van de partijen bij de Overeenkomst moet worden goedgekeurd, goedgekeurd of geacht te zijn goedgekeurd binnen zestig dagen na de kennisgeving door de andere partij.