Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 1139
Poppe tegen Nederland.
EHRM 24-03-2009, ECLI:NL:XX:2009:BI2981
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
24 maart 2009
- Magistraten
J. Casadevall, E. Fura-Sandström, C. Bîrsan, A. Gyulumyan, I. Ziemele, A. Power, P. van Dijk
- Zaaknummer
32271/04
- LJN
BI2981
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht (V)
EU-recht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2009:BI2981, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 24‑03‑2009
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Poppe tegen Nederland.
Poppe stelt dat twee van de drie rechters die hem in eerste aanleg hebben veroordeeld voor drugsfeiten, reeds daarvoor enkele medeverdachten hadden berecht en hem in de desbetreffende vonnissen in verband hebben gebracht met die feiten. De rechtbank heeft Poppe in die vonnissen aangemerkt als een ‘vertrouweling’ van de spil van een criminele organisatie en als iemand die met anderen ‘het uitvoerende werk’ deed. Dat levert volgens Poppe een schending op van het recht op een onpartijdige rechter.
EHRM: De enkele omstandigheid dat twee rechters eerder medeverdachten hebben berecht, rechtvaardigt niet de objectieve vrees voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.