Einde inhoudsopgave
Wet ambtenaren defensie
Artikel 12o [Nadere regelgeving burgerlijke ambtenaren]
Geldend
Geldend van 18-02-2023 tot 01-01-2026
- Bronpublicatie:
25-01-2023, Stb. 2023, 29 (uitgifte: 03-02-2023, kamerstukken: 35851)
- Inwerkingtreding
18-02-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-02-2023, Stb. 2023, 52 (uitgifte: 17-02-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onze Minister kan burgerlijke ambtenaren aanstellen om werkzaam te zijn bij het Ministerie van Defensie.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Minister worden voor de ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, voorschriften vastgesteld betreffende:
- a.
aanstelling, schorsing en ontslag;
- b.
het onderzoek naar de geschiktheid en de bekwaamheid;
- c.
bezoldiging en wachtgeld;
- d.
diensttijden;
- e.
verlof en vakantie;
- f.
voorzieningen in verband met ziekte;
- g.
bescherming bij de arbeid;
- h.
woon-, verblijfs- en bereikbaarheidsverplichtingen;
- i.
medezeggenschap;
- j.
overige rechten en verplichtingen;
- k.
disciplinaire straffen, met dien verstande dat een boete dan wel een inhouding of korting op de bezoldiging per opgelegde disciplinaire straf ten hoogste gelijk is aan het bedrag van het salaris van de ambtenaar over anderhalve maand;
- l.
de instelling en werkwijze van commissies waaraan de beslissing met uitsluiting van administratieve organen is opgedragen, voor zover deze worden mogelijk gemaakt;
- m.
de wijze, waarop met de daarvoor in aanmerking komende vakorganisaties van overheidspersoneel overleg wordt gepleegd over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van de ambtenaren, alsmede de gevallen waarin overeenstemming in dat overleg dient te worden bereikt;
- n.
de gevallen waarin berichten inzake de rechtspositie van de ambtenaar in afwijking van artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitsluitend elektronisch verzonden behoeven te worden en de voorwaarden die daarbij in acht worden genomen.
3.
De paragrafen 2, 3 en 4 van de Ambtenarenwet 2017 zijn, met uitzondering van artikel 6, tweede lid, van overeenkomstige toepassing op de ambtenaren, bedoeld in het eerste lid.
4.
Het is de ambtenaar in de zin van het eerste lid toegestaan deel te nemen aan een staking of andere vormen van collectieve actie, tenzij de deelname aan die staking of collectieve actie de operationele inzet van de krijgsmacht kan verstoren of belemmeren.
5.
Vervallen.
6.
De artikelen 12b en 12c zijn van overeenkomstige toepassing op de ambtenaren, bedoeld in het eerste lid.