Einde inhoudsopgave
Beleidsregel boete werknemer 2017
Artikel 4 Afstemming van de bestuurlijke boete
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
13-09-2016, Stcrt. 2016, 56097 (uitgifte: 25-10-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-10-2016, Stb. 2016, 421 (uitgifte: 08-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 23-08-2016, Stb. 318.
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Boeten en maatregelen
Sociale zekerheid boeten en maatregelen (V)
1.
Om tot een evenredige bestuurlijke boete te komen wordt de bestuurlijke boete afgestemd op de ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van het geval, zoals bedoeld in artikel 5:46, tweede lid, van de Awb.
2.
Bij recidive wordt opnieuw getoetst aan de uitgangspunten voor evenredige bestuurlijke boeteoplegging.
3.
In de wet is de maximale boete vastgesteld en in het Boetebesluit socialezekerheidswetten zijn uitgangspunten gegeven voor een evenredige boeteoplegging. In aanvulling hierop hanteert het UWV de volgende uitgangspunten:
- a.
indien bij overtreding van de inlichtingenverplichting sprake is van geringe verwijtbaarheid, hanteert het UWV een boetepercentage van 10%;
- b.
indien bij overtreding van de inlichtingenverplichting sprake is van geringe verwijtbaarheid, wordt geen hogere bestuurlijke boete opgelegd dan 10/75 vermenigvuldigd met het bedrag van de derde categorie van categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht;
4.
Er is in ieder geval sprake van geringe verwijtbaarheid indien betrokkene binnen een jaar na aanvang van de overtreding alsnog uit eigen beweging de juiste en volledige inlichtingen heeft verstrekt.