Einde inhoudsopgave
Beleidsregel boete werknemer 2017
Artikel 6 Draagkracht
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
13-09-2016, Stcrt. 2016, 56097 (uitgifte: 25-10-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-10-2016, Stb. 2016, 421 (uitgifte: 08-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 23-08-2016, Stb. 318.
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Boeten en maatregelen
Sociale zekerheid boeten en maatregelen (V)
1.
Indien de financiële omstandigheden waarin een betrokkene verkeert daartoe aanleiding geven, verlaagt het UWV de bestuurlijke boete.
2.
Verlaging van de bestuurlijke boete vindt plaats door de aflossingscapaciteit per maand te vermenigvuldigen met het aantal maanden, gerelateerd aan de mate van verwijtbaarheid. Dit aantal is:
- a.
in geval van opzet 24 maanden;
- b.
in geval van grove schuld 18 maanden;
- c.
in geval van verwijtbaarheid 12 maanden;
- d.
in geval van verminderde verwijtbaarheid 6 maanden;
- e.
in geval van geringe verwijtbaarheid 2 maanden.
3.
Van een situatie als bedoeld in het eerste lid, is in ieder geval sprake indien betrokkene aannemelijk maakt dat hij de voorgenomen bestuurlijke boete niet zou kunnen voldoen binnen de aan de mate van verwijtbaarheid gerelateerde termijn.
4.
Wanneer het UWV heeft vastgesteld dat betrokkene geen of een geringe aflossingscapaciteit heeft, wordt een bestuurlijke boete van € 40,– opgelegd.