Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Artikel 53
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
11-11-2022, Stcrt. 2022, 30962 (uitgifte: 21-11-2022, regelingnummer: WJZ /22254646)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2022, Stb. 2022, 464 (uitgifte: 24-11-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I, onderdeel A t/m M van het KB van 08-04-2021 Stb. 192 jo. 07-07-2022, Stb. 297.
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Bodem
1.
Het vervoer van dierlijke meststoffen vindt uitsluitend plaats indien de GR-apparatuur adequaat functioneert en voldoet aan de prestatiekenmerken die zijn vermeld in bijlage E, onderdeel D, en voor zover de GR-apparatuur, bedoeld in bijlage E, onderdeel D, onder 4, behoort tot een type waarvan bij keuring door Livestock Research, onderdeel van Wageningen UR, te Wageningen is vastgesteld dat het voldoet aan die prestatiekenmerken.
2.
In aanvulling op het eerste lid, vindt het vervoer van drijfmest uitsluitend plaats indien de automatische bemonsterings- en verpakkingsapparatuur zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang met de GR-apparatuur adequaat functioneert.
3.
Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing indien een storing van de apparatuur van een intermediair op een transportmiddel gedurende het vervoer van dierlijke meststoffen is ontstaan en door de vervoerder terstond elektronisch is gemeld aan rVDM.
4.
Het transportmiddel waarvoor een melding als bedoeld in het derde lid is gedaan, wordt na afloop van het betreffende vervoer van dierlijke meststoffen niet voor het vervoer van een nieuwe vracht dierlijke meststoffen gebruikt zolang de melding, bedoeld in het derde lid, niet met toestemming van de minister door de vervoerder is ingetrokken.