Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Bijlage E
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
11-11-2022, Stcrt. 2022, 30962 (uitgifte: 21-11-2022, regelingnummer: WJZ /22254646)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2022, Stb. 2022, 464 (uitgifte: 24-11-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I, onderdeel A t/m M van het KB van 08-04-2021 Stb. 192 jo. 07-07-2022, Stb. 297.
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Bodem
behorende bij de artikelen 53, 78, en 79
A. Prestatiekenmerken bemonsteringsapparatuur
- 1.
De bemonsteringsapparatuur is zichtbaar voorzien van een typeaanduiding, een versienummer, een uniek serienummer en een identificatie van de fabrikant.
- 2.
De bemonstering geschiedt door het geautomatiseerd nemen van een monster met behulp van bemonsteringsapparatuur die voldoet aan de volgende voorwaarden:
- a.
per vracht wordt een monster verzameld van ten minste 650 milliliter;
- b.
de samenstelling van het monster ten aanzien van fosfor en stikstof wijkt niet systematisch af van de gemiddelde samenstelling van de vracht;
- c.
de toevallige afwijking ten aanzien van fosfor en stikstof tussen de samenstelling van het monster en de gemiddelde samenstelling van de vracht vloeibare dierlijke meststoffen bedraagt minder dan 15% (2s-interval);
- d.
bij vervoer middels een transportvoertuig kan zowel bij het laden als bij het lossen een monster worden genomen;
- e.
de vracht dierlijke meststoffen passeert de bemonsteringsapparatuur bij het laden en lossen;
- f.
gedurende de bemonstering garanderen fysieke of elektronische voorzieningen dat andere in- en uitstroomopeningen dan waarop de bemonsteringsapparatuur is aangesloten, zijn gesloten.
- 3.
Het monster wordt bij vervoer door middel van een transportvoertuig genomen door evenredig verdeeld over de laadtijd minimaal vijf en maximaal negen deelmonster samen te voegen tot een totale hoeveelheid van minimaal 650 milliliter en maximaal 1000 milliliter af te tappen uit de vracht door middel van bemonsteringsapparatuur bij een vullingsgraad van vanaf 10% en voor 90% van de tank.
- 4.
Het monster wordt bij vervoer door middel van een pijpleiding genomen door evenredig verdeeld over de hoeveelheid minimaal vijf en maximaal negen deelmonsters samen te voegen tot een totale hoeveelheid van minimaal 650 milliliter en maximaal 1000 milliliter af te tappen uit de vracht door middel van bemonsteringsapparatuur. Voorafgaand aan het transport wordt bepaald hoeveel vervoerd gaat worden zodat de juiste monstermomenten bepaald kunnen worden, vergelijkbaar met het vulpercentage bij een tankauto.
- 5.
Ingeval van vervoer door een geregistreerde intermediair dient de bemonsteringsapparatuur op naam van deze intermediair te zijn geregistreerd als bedoeld in artikel 38, tweede lid, onderdeel f, van het besluit.
B. Eisen monsterverpakking
De monsterverpakking voldoet ten minste aan de volgende voorwaarden:
- a.
de met meststoffen gevulde monsterverpakking is zodanig gesloten dat deze niet zonder herkenbare beschadiging kan worden geopend en aan de inhoud ervan zonder herkenbare beschadiging niets toegevoegd, afgenomen of anderszins veranderd kan worden;
- b.
de monsterverpakking heeft een minimale inhoud van 750 milliliter;
(zie C, tweede lid, onderdeel b)
- c.
de monsterverpakking, dan wel de onderdelen waaruit de monsterverpakking bestaat, zijn voorzien van een unieke barcode die zich ten hoogste eenmaal in de drie jaar herhaald.
C. Prestatiekenmerken verpakkingsapparatuur
- 1.
De verpakkingsapparatuur is zichtbaar voorzien van een typeaanduiding, een versienummer, een uniek serienummer en een identificatie van de fabrikant.
- 2.
De apparatuur die wordt gebruikt voor de verpakking van het door de bemonsteringsapparatuur genomen monster voldoet ten minste aan de volgende voorwaarden:
- a.
een technische voorziening waarborgt dat de verpakkingsapparatuur tijdens de bemonstering verbonden is met de bemonsteringsapparatuur;
- b.
een voorziening waarborgt dat de monsterverpakking schoon en droog is op het moment dat het monster wordt genomen;
- c.
het proces van bemonstering door middel van de bemonsteringsapparatuur en verpakking van het monster door middel van de verpakkingsapparatuur is geheel geautomatiseerd en technische voorzieningen waarborgen dat beïnvloeding van buitenaf niet mogelijk is en dat uitsluitend meststoffen afkomstig uit de bemonsteringsapparatuur worden verpakt; en
- d.
de verpakkingsapparatuur levert de met meststoffen gevulde monsterverpakking zodanig gesloten af dat deze niet zonder herkenbare beschadiging kan worden geopend en aan de inhoud ervan zonder herkenbare beschadiging niets toegevoegd, afgenomen of anderszins veranderd kan worden.
- 3.
Ingeval van vervoer door een geregistreerde intermediair dient de verpakkingsapparatuur op naam van deze intermediair te zijn geregistreerd als bedoeld in artikel 38, tweede lid, onderdeel f, van het besluit.
D. Prestatiekenmerken GR-apparatuur voor het vervoer van dierlijke meststoffen
1. Inlezen gegevens
- 1.1.
De GR-apparatuur beschikt over een voorziening waarmee het identificatienummer van de GR-apparatuur automatisch aan elk elektronisch databericht wordt meegegeven dat verzonden wordt naar rVDM.
- 1.2.
De GR-apparatuur beschikt over een voorziening waarmee het rVDM-nummer van het vervoer op elektronische wijze wordt ingelezen.
2. Koppeling GR-apparatuur aan satellietvolgapparatuur
- 2.1.
De GR-apparatuur en de satellietvolgapparatuur zijn elektronisch met elkaar verbonden.
3. Automatische positiebepaling van het transportmiddel met satellietvolgapparatuur
- 3.1.
De GR-apparatuur beschikt over een voorziening waarmee de door de satellietvolgapparatuur gegenereerde gegevens inzake de positie van het transportmiddel alsmede de datum en het tijdstip waarop de positiegegevens zijn bepaald voortdurend en automatisch kunnen worden vastgelegd.
- 3.2.
De GR-apparatuur beschikt over een voorziening waarmee de door de satellietvolgapparatuur gegenereerde gegevens inzake de positie van het transportmiddel alsmede de datum en het tijdstip waarop de positiegegevens zijn bepaald, onmiddellijk kunnen worden vastgelegd op specifieke momenten zoals die voor het rechtmatige vervoer van dierlijke meststoffen zijn vastgesteld.
4. Additionele voorwaarden voor vervoer van dierlijke meststoffen door een geregistreerde intermediair
- 4.1.
De GR-apparatuur van een geregistreerde intermediair beschikt over een voorziening waarmee de door de satellietvolgapparatuur gegenereerde gegevens inzake de positie van het transportmiddel alsmede de datum en het tijdstip waarop de positiegegevens zijn bepaald voortdurend en automatisch worden vastgelegd en in geval er sprake is van vervoer van vaste mest beschikt de GR-apparatuur van een geregistreerde intermediair eveneens over een voorziening waarmee het track- en tracingsysteem de bovengenoemde gegevens beschikbaar kan stellen aan de bedrijfsadministratie.
- 4.2.
Het sensordeel van de GR-apparatuur, dat continu communiceert via een unieke elektronische of bedrade verbinding tijdens het vervoer van meststoffen met de overige betrokken fysieke onderdelen van de GR apparatuur en dat automatisch een signaal geeft als de unieke verbinding tijdens het vervoer hiermee wordt verbroken, is onlosmakelijk verbonden met de vaste as van het chassis van het transportmiddel of de aanhangwagen.
- 4.3.
Bij het vervoer van vaste mest is de GR-apparatuur onlosmakelijk aan het chassis van het transportmiddel, en voor zover van toepassing aan het chassis van de aanhangwagen verbonden, met dien verstande dat bij het vervoer van meerdere laadbakken per vracht dierlijke meststoffen ieder chassis waarop een laadbak is of wordt bevestigd over eigen GR-apparatuur beschikt.
- 4.4.
De GR-apparatuur van een geregistreerde intermediair beschikt bij vervoer van drijfmest over een voorziening waarmee het combinatienummer op elektronische wijze uit de verpakkingsapparatuur wordt ingelezen.
- 4.5.
De GR-apparatuur van een geregistreerde intermediair beschikt over een voorziening waarmee de unieke identificatie van de monsterverpakking, dan wel de onderdelen waaruit de monsterverpakking bestaat op elektronische wijze uit de verpakkingsapparatuur of vanaf de monsterverpakking wordt ingelezen.
- 4.6.
Bij het vervoer van drijfmest is de automatische bemonsterings- en verpakkingsapparatuur, bedoeld in de onderdelen A en C van deze bijlage, onlosmakelijk op het transportmiddel bevestigd en zijn de GR-apparatuur elektronisch aan de bemonsterings- en verpakkingsapparatuur verbonden.
- 4.7.
De GR-apparatuur is zichtbaar voorzien van een typeaanduiding, een versienummer, een uniek serienummer en een identificatie van de fabrikant. Indien de GR-apparatuur uit verschillende onderdelen bestaat is ieder te onderscheiden onderdeel zichtbaar voorzien van deze kenmerken.
- 4.8.
De GR-apparatuur dient op naam van de intermediair te zijn geregistreerd als bedoeld in artikel 38, tweede lid, onderdeel g, van het besluit.
5. Versturen van mesttransportgegevens
- 5.1.
De GR-apparatuur beschikt over een voorziening waarmee terstond nadat de gegevens in de GR-apparatuur zijn vastgelegd een elektronisch databericht naar rVDM kan worden verstuurd met, voor zover dat voor het vervoer is vereist, de volgende gegevens:
- –
het rVDM-nummer van het vervoer van dierlijke meststoffen;
- –
het unieke identificatienummer van de GR-apparatuur;
- –
het combinatienummer;
- –
de gegevens ter identificatie van de monsterverpakking, dan wel de onderdelen waaruit de monsterverpakking bestaat;
- –
de door de satellietvolgapparatuur gegenereerde gegevens, bedoeld in de onderdelen 3.1. en 3.2.;
- –
een indicatie of er tijdens het laden een storing is opgetreden.
- 5.2.
De GR-apparatuur verstuurt gegevens, overeenkomstig de technische specificaties die op verzoek door de minister worden verstrekt, aan het systeem, bedoeld in artikel 51 van het besluit.
- 5.3.
De GR-apparatuur beschikt over een voorziening waarmee elektronische databerichten behouden blijven indien er een storing optreedt in de mobiele datacommunicatie en waarmee de elektronische databerichten alsnog worden verstuurd zodra de storing is opgeheven.
6. Opslag van gegevens van de GR-apparatuur
- 6.1.
De door de GR-apparatuur geregistreerde gegevens blijven ten minste in deze apparatuur vastgelegd tot het moment waarop deze gegevens succesvol met het elektronisch databericht zijn verzonden.
7. Signalering van storingen
- 7.1.
De GR-apparatuur beschikt over een voorziening waarmee zichtbaar wordt gemaakt of elke te onderscheiden functie van de GR-apparatuur en de satellietvolgapparatuur correct functioneert.
- 7.2.
De GR-apparatuur beschikt over een voorziening waarmee een bericht dat betrekking heeft op het lossen van mest automatisch wordt aangegeven of er gedurende het desbetreffende vervoer een storing is opgetreden.
8. Vervoer van dierlijke meststoffen met een vaste pijpleiding of een vaste transportband
- 8.1.
In het geval van vervoer met een vaste pijpleiding beschikt de GR-apparatuur over een voorziening waarmee, indien de hoeveelheid dierlijke meststoffen wordt bepaald met behulp van het apparaat, als bedoeld in artikel 69e, zesde lid, en de dichtheid van de mest niet gelijk is aan 1, de meetwaarde van de debietmeter gecorrigeerd kan worden. Deze correctie kan automatisch uitgevoerd worden door en vastgelegd worden in de GR-apparatuur. Voor het bepalen van de dichtheid wordt gebruik gemaakt van de publicatie van de Wageningen Universiteit uit de Kwantitatieve Informatie voor de Veehouderij (KWIN) ( www.livestockresearch.wur.nl ).
- 8.2.
In het geval van vervoer met een vaste pijpleiding beschikt de GR-apparatuur over een voorziening waarmee de bemonsterings- en verpakkingsapparatuur de in het leidingstelsel opgenomen afsluitkleppen alsmede de satellietvolgapparatuur elektronisch aan de GR-apparatuur verbonden zijn.
- 8.3.
In het geval van vervoer met een vaste pijpleiding of vaste transportband kunnen de onder 3.2. bedoelde positiegegevens voorgeprogrammeerd zijn.