Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal en kerninstallaties
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 08-05-2016
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens de wijziging van 08-07-2005, Trb. 2006, 81.
- Bronpublicatie:
08-07-2005, Trb. 2006, 81 (uitgifte: 12-04-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-05-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-05-2016, Trb. 2016, 81 (uitgifte: 18-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Verdragsluitende Staten nemen passende maatregelen die verenigbaar zijn met hun nationale recht teneinde het vertrouwelijk karakter te beschermen van inlichtingen die zij in vertrouwen uit hoofde van de bepalingen van dit Verdrag van een andere Verdragsluitende Staat ontvangen of in het kader van hun deelname aan een activiteit die wordt verricht ten behoeve van de uitvoering van dit Verdrag. Indien Verdragsluitende Staten in vertrouwen inlichtingen verschaffen aan internationale organisaties of aan Staten die geen partij zijn bij dit Verdrag, worden maatregelen getroffen teneinde te verzekeren dat het vertrouwelijk karakter van dergelijke inlichtingen gewaarborgd wordt. Een Verdragsluitende Partij die inlichtingen in vertrouwen heeft ontvangen van een andere Verdragsluitende Partij mag deze inlichtingen uitsluitend met toestemming van die andere Verdragsluitende Partij aan derden verstrekken.
2.
Van Verdragsluitende Staten wordt op grond van dit Verdrag niet verlangd dat zij inlichtingen verschaffen die zij niet mogen doorgeven ingevolge hun nationale wetgeving of wanneer zulks de veiligheid van de betrokken Staat of de fysieke beveiliging van kernmateriaal of kerninstallaties in gevaar zou brengen.