Einde inhoudsopgave
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 216 Commissievergaderingen
Geldend
Geldend vanaf 08-05-2023
- Redactionele toelichting
Treedt in werking op de eerste dag van de eerstvolgende vergaderperiode.
- Bronpublicatie:
19-04-2023, Internet 2023, www.europarl.europa.eu (uitgifte: 19-04-2023, regelingnummer: P9_TA(2023)0107)
- Inwerkingtreding
08-05-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Internet 2023, www.europarl.europa.eu (uitgifte: 19-04-2023, regelingnummer: P9_TA(2023)0107)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
Een commissie komt bijeen wanneer zij daartoe is opgeroepen door haar voorzitter, of op verzoek van de Voorzitter van het Parlement.
Bij het bijeenroepen van een dergelijke vergadering kan de voorzitter per geval en met instemming van de coördinatoren die een meerderheid van de leden van de commissie vertegenwoordigen, besluiten dat aan de vergadering ook op afstand kan worden deelgenomen, behalve wat commissievergaderingen met gesloten deuren betreft.
Bij het bijeenroepen van de vergadering legt de voorzitter een ontwerpagenda voor, waarin wordt vermeld of aan de vergadering ook op afstand kan worden deelgenomen. De commissie neemt aan het begin van de vergadering een besluit over de agenda.
2.
De Commissie, de Raad en andere instellingen van de Unie kunnen het woord voeren in commissievergaderingen, indien zij daartoe namens de commissie door haar voorzitter worden uitgenodigd.
Bij besluit van een commissie kunnen andere personen worden uitgenodigd om een vergadering bij te wonen en daarin het woord te voeren.
De bevoegde commissie kan met toestemming van het Bureau een hoorzitting met deskundigen beleggen wanneer zij dat noodzakelijk acht voor het goede verloop van de werkzaamheden over een bepaald onderwerp.
3.
Onverminderd artikel 56, lid 8, en tenzij de betrokken commissie anders beslist, kunnen de leden van het Parlement die de vergaderingen van de commissies waarvan zij geen deel uitmaken bijwonen niet aan de beraadslagingen ervan deelnemen.
Zij kunnen door de commissie echter worden gemachtigd met raadgevende stem aan haar vergaderingen deel te nemen.
4.
Artikel 171, lid 2, is van overeenkomstige toepassing op commissies.
5.
5 bis.
Voor deelname op afstand wordt het volgende gegarandeerd:
- –
de leden zijn in staat hun parlementaire mandaat uit te oefenen, met inbegrip, in het bijzonder, van hun recht om onbelemmerd het woord te voeren in commissievergaderingen;
- –
de aangereikte IT‑oplossingen zijn ‘technologieneutraal’;
- –
er wordt gebruikgemaakt van beveiligde elektronische middelen die direct en intern door de diensten van het Parlement worden beheerd en gecontroleerd;
- –
de technische apparatuur levert de noodzakelijke audio- en videokwaliteit; en
- –
het woord wordt gevoerd vanaf een daarvoor geschikte plaats.