Einde inhoudsopgave
Reglement justitiële jeugdinrichtingen
Artikel 32
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2001
- Bronpublicatie:
05-07-2001, Stb. 2001, 350 (uitgifte: 26-07-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-08-2001, Stb. 2001, 370 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Justitiële jeugdinrichtingen
Penitentiair recht / Rechtspositie gedetineerde
1.
Aan de jeugdige kan incidenteel verlof worden verleend in verband met onverwachte gebeurtenissen of omstandigheden in de persoonlijke levenssfeer van de jeugdige waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is.
2.
Gebeurtenissen of omstandigheden als bedoeld in het eerste lid zijn onder andere:
- a.
het in levensgevaar verkeren van een relatie,
- b.
het overlijden of de begrafenis van een relatie,
- c.
het niet in staat zijn om naar de inrichting te reizen van een relatie,
- d.
de bevalling van de partner.
3.
Bij wijze van incidenteel verlof kan worden toegestaan dat de jeugdige een bezoek brengt aan een gedetineerde relatie.
4.
Incidenteel verlof kan voorts worden verleend met het oog op de deelname aan een examen dat niet in de inrichting kan worden afgenomen of, ter voorbereiding op de invrijheidstelling, met het oog op de regeling van praktische zaken buiten de inrichting.
5.
De directeur bepaalt de duur van het incidenteel verlof. Deze duur is niet langer dan drie etmalen. Op grond van dezelfde gebeurtenis kan de directeur meermalen incidenteel verlof toekennen.