Einde inhoudsopgave
Reglement justitiële jeugdinrichtingen
Artikel 34
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
05-11-2014, Stb. 2014, 441 (uitgifte: 21-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2014, Stb. 2014, 443 (uitgifte: 21-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Justitiële jeugdinrichtingen
Penitentiair recht / Rechtspositie gedetineerde
1.
Het incidenteel verlof wordt door de jeugdige schriftelijk aangevraagd bij de directeur.
2.
Indien het verzoek een voorlopig gehechte jeugdige betreft, vraagt de directeur instemming van het openbaar ministerie.
3.
Indien het verzoek een civielrechtelijk geplaatste jeugdige betreft, vraagt de directeur instemming van de betrokken gecertificeerde instelling.
4.
Indien het verzoek een jeugdige betreft die na de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel Nederland zal dienen te verlaten, of uitgezet of uitgeleverd zal worden, vraagt de directeur de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie om advies.