Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie
Artikel 156 Verzet
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2012
- Bronpublicatie:
25-09-2012, PbEU 2012, L 265 (uitgifte: 29-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2012, PbEU 2012, L 265 (uitgifte: 29-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Overeenkomstig artikel 41 van het Statuut staat tegen het bij verstek gewezen arrest verzet open.
2.
Het verzet moet worden ingesteld binnen een maand te rekenen vanaf de betekening van het arrest; het wordt ingediend met inachtneming van de vormvoorschriften in de artikelen 120 tot en met 122 van dit Reglement.
3.
Nadat het verzet is betekend, bepaalt de president de termijn waarbinnen de andere partij schriftelijke opmerkingen kan indienen.
4.
De procedure verloopt overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 59 tot en met 92 van dit Reglement.
5.
Het Hof doet uitspraak bij een arrest dat niet vatbaar is voor verzet.
6.
De minuut van dit arrest wordt gehecht aan die van het bij verstek gewezen arrest. In margine van de minuut van het bij verstek gewezen arrest wordt van het op het verzet gewezen arrest aantekening gedaan.