Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie
Artikel 158 Uitlegging
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2012
- Bronpublicatie:
25-09-2012, PbEU 2012, L 265 (uitgifte: 29-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2012, PbEU 2012, L 265 (uitgifte: 29-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Overeenkomstig artikel 43 van het Statuut heeft het Hof, wanneer onduidelijkheid bestaat over de betekenis en de strekking van een arrest of een beschikking, tot taak dit uit te leggen op verzoek van een van de partijen of van een instelling van de Unie die haar belang ter zake aannemelijk maakt.
2.
Het verzoek tot uitlegging moet binnen twee jaar te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het arrest of de betekening van de beschikking worden gedaan.
3.
Het verzoek tot uitlegging wordt ingediend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 120 tot en met 122 van dit Reglement. Het bevat voorts een nauwkeurige aanduiding van:
- a)
de beslissing waarop het verzoek betrekking heeft;
- b)
de teksten waarvan om uitlegging wordt verzocht.
4.
Het verzoek wordt gericht tegen alle partijen die betrokken waren bij de beslissing waarvan om uitlegging wordt verzocht.
5.
Het Hof doet uitspraak na partijen in de gelegenheid te hebben gesteld hun opmerkingen te maken, de advocaat-generaal gehoord.
6.
De minuut van de beslissing houdende uitlegging wordt gehecht aan de minuut van de uitgelegde beslissing. In margine van de minuut van de uitgelegde beslissing wordt van de beslissing houdende uitlegging aantekening gedaan.