Einde inhoudsopgave
Besluit omzetting, fusie of taakafsplitsing
6.2 Schenking ontvangen door een rechtspersoon
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
13-12-2022, Stcrt. 2022, 32167 (uitgifte: 30-12-2022, regelingnummer: 2022-0000023865)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2022, Stcrt. 2022, 32167 (uitgifte: 30-12-2022, regelingnummer: 2022-0000023865)
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
Het komt voor dat een rechtspersoon, bijvoorbeeld een bv, een betaling ontvangt uit vrijgevigheid van een natuurlijk persoon. Deze verkrijging kan als schenking kwalificeren, waardoor de rechtspersoon zowel vennootschapsbelasting als schenkbelasting verschuldigd kan zijn over de ontvangen betaling.
Van bovenstaande situatie moet onderscheiden worden de situatie waarin de betaling aan de rechtspersoon primair bedoeld is om de gerechtigde tot het vermogen van die rechtspersoon (doorgaans de aandeelhouder van een bv) te bevoordelen. In dergelijke gevallen zal doorgaans geen vennootschapsbelasting verschuldigd zijn omdat de betaling wordt gezien als informele kapitaalstorting door de aandeelhouder aan de bv. In die situatie is er geen samenloop van vennootschapsbelasting en schenkbelasting.
Of de schenking aan een rechtspersoon ook tot de belastbare winst van die rechtspersoon behoort, zal overigens afhangen van de omstandigheden van het geval. Zo zal bij rechtspersonen waarop artikel 2, vijfde lid, van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 van toepassing is, de schenking onderdeel uitmaken van de belastbare winst voor de vennootschapsbelasting. Bij andere rechtspersonen, bijvoorbeeld een stichting, kan dit anders zijn op grond van HR 10 maart 1999, nr. 33 575, BNB 1999/208c (het zgn. Manege arrest). Dit houdt in dat in deze situatie niet per definitie sprake hoeft te zijn van samenloop.
Voorbeeld
Een bv verkeert in financieel zwaar weer en vraagt aan zijn vaste klantenkring om een donatie te doen. Een vaste klant doet hierop een schenking van € 50.000 aan de bv.
Ik vind het in dit geval niet gewenst dat een verkrijging is belast met schenkbelasting als daarover bij de verkrijger ook vennootschapsbelasting wordt geheven. Daarom keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat geen schenkbelasting wordt geheven over een schenking van een bedrag dat tot de belastbare winst voor de vennootschapsbelasting wordt gerekend.
Voorwaarden
Aan deze goedkeuring verbind ik twee voorwaarden:
- –
De schenking is ontvangen van een natuurlijk persoon.
- –
De aanslag vennootschapsbelasting waarin de waarde van de schenking tot de belastbare winst van het lichaam is gerekend, staat onherroepelijk vast.