BA 2019/102
Verzwaard sanctieregime mag niet leiden tot onbalans tussen bestuursrechtelijke en strafrechtelijke afdoening, onherroepelijke besluiten, lex mitior-beginsel, evenredigheid
CRvB 07-03-2019, ECLI:NL:CRVB:2019:659
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
7 maart 2019
- Zaaknummer
16/2142 WW
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS34212:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2019:659, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 07‑03‑2019
- Wetingang
Art. 4:6, 5:46 lid 2, 7:12 en 8:72a Algemene wet bestuursrecht (Awb); art. 27a Werkeloosheidswet (WW); Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving (Wet aanscherping); Boetebesluit socialezekerheidswetten (Boetebesluit 2013); art. 23 lid 4 Wetboek van Strafrecht (WvSr); art. 7 lid 1 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM); art. 15 lid 1 Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR)
Essentie
Verzwaard sanctieregime mag niet leiden tot onbalans tussen bestuursrechtelijke en strafrechtelijke afdoening, onherroepelijke besluiten, lex mitior-beginsel, evenredigheid
Samenvatting
Voorafgaand aan de totstandkoming van het zwaardere sanctieregime [uit de per 1 januari 2013 in werking getreden Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving] heeft de Afdeling advisering van de Raad van State in haar [wetgevings]advies vraagtekens gezet bij de proportionaliteit van de voorgenomen boetes en geadviseerd daarbij een toereikende motivering te verstrekken. Het toepassen van het zwaardere sanctieregime op handelen of nalaten in strijd met de inlichtingenverplichting vóór 1 januari 2013 is in de uitspraak van 24 november ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.