Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantesoorten
Artikel XVI Bijlage III en wijzigingen van deze Bijlage
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1975
- Bronpublicatie:
03-03-1973, Trb. 1975, 23 (uitgifte: 24-02-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1975
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-11-1981, Trb. 1981, 232 (uitgifte: 06-11-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Straling
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
Elke Partij kan te allen tijde aan het Secretariaat een lijst voorleggen van soorten, waarvan hij verklaart dat hij hen, binnen de grenzen van zijn bevoegdheid, tot het onderwerp heeft gemaakt van een regeling ter verwezenlijking van de in het derde lid van artikel II voorziene doeleinden. Bijlage III bevat de namen van de Partijen die de soort daarop hebben doen opnemen, de wetenschappelijke namen van die soorten en de delen der betreffende dieren en planten en de hieruit verkregen produkten welke uitdrukkelijk worden vermeld met betrekking tot de soort overeenkomstig het bepaalde in letter b) van artikel I.
2.
Elke ingevolge het bepaalde in het eerste lid van dit artikel voorgelegde lijst, wordt door het Secretariaat zo spoedig mogelijk na ontvangst aan de Partijen medegedeeld. De lijst wordt als een integrerend deel van Bijlage III van kracht 90 dagen na de datum van een dergelijke mededeling. Elke Partij kan, te allen tijde na ontvangst van deze lijst, door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de depot-Regering, een voorbehoud ten aanzien van elke soort, elk deel van of elk produkt verkregen uit de betreffende dieren of planten, indienen en zolang dit voorbehoud niet is ingetrokken, wordt die Staat beschouwd als een Staat die geen Partij bij deze Overeenkomst is wat betreft de handel in de soort of het deel van of het verkregen produkt uit de betreffende dieren of planten.
3.
Een Partij die een soort in Bijlage III heeft laten opnemen, kan dit te allen tijde weer ongedaan maken door middel van een schriftelijke kennisgeving aan het Secretariaat dat alle Partijen hiervan in kennis stelt. De ongedaanmaking wordt 30 dagen na de datum van deze kennisgeving van kracht.
4.
Elke Partij die op grond van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel een lijst voorlegt, doet aan het Secretariaat een afschrift toekomen van alle binnenlandse wetten en bepalingen die van toepassing zijn op de bescherming van deze soorten, vergezeld van alle toelichtingen die de Partij nodig acht of welke het Secretariaat haar kan vragen. Zolang deze soorten in Bijlage III opgenomen blijven, doet de Partij mededeling van elke wijziging in deze wetten en bepalingen of elke nieuwe toelichting, zodra deze zijn aangenomen.