Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantesoorten
Artikel XXI Toetreding
Geldend
Geldend vanaf 29-11-2013
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het protocol van 30-04-1983, Trb. 1984, 47.
- Bronpublicatie:
30-04-1983, Trb. 1984, 47 (uitgifte: 23-05-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-11-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-05-2014, Trb. 2014, 91 (uitgifte: 12-05-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Straling
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
Deze Overeenkomst staat voor onbepaalde tijd open voor toetreding. De akten van toetreding worden nedergelegd bij de depot-Regering.
1.
Deze Overeenkomst staat open voor toetreding door organisaties voor regionale economische integratie, opgericht door soevereine Staten, die bevoegd zijn met betrekking tot het onderhandelen over en het sluiten en het ten uitvoer leggen van internationale overeenkomsten betreffende aangelegenheden aan hen overgedragen door hun Lid-Staten en vallend onder deze Overeenkomst.
2.
In hun akten van toetreding geven deze organisaties de reikwijdte aan van hun bevoegdheid met betrekking tot de door de Overeenkomst geregelde aangelegenheden. Deze organisaties stellen ook de depot-Regering in kennis van alle belangrijke wijzigingen in de reikwijdte van hun bevoegdheid. Kennisgevingen van organisaties voor regionale economische integratie betreffende hun bevoegdheid met betrekking tot aangelegenheden, geregeld door deze Overeenkomst, en wijzigingen in deze bevoegdheid, worden door de depot-Regering toegezonden aan de Partijen.
3.
In binnen hun bevoegdheid vallende aangelegenheden oefenen deze organisaties voor regionale economische integratie de rechten uit en vervullen zij de verplichtingen die deze Overeenkomst toekent respectievelijk oplegt aan hun Lid-Staten die Partij bij de Overeenkomst zijn. In zulke gevallen zijn de Lid-Staten van de organisaties niet gerechtigd zulke rechten afzonderlijk uit te oefenen.
4.
Op de terreinen waarop zij bevoegd zijn, oefenen de organisaties voor regionale economische integratie hun stemrecht uit met een aantal stemmen gelijk aan het aantal van hun Lid-Staten dat Partij bij de Overeenkomst is. Deze organisaties oefenen hun stemrecht niet uit indien hun Lid-Staten hun stemrecht uitoefenen, en omgekeerd.
5.
Alle verwijzingen naar ‘Partij’ in de zin gebruikt in artikel I, letter (h) van deze Overeenkomst, naar ‘Staat’/‘Staten’ of naar bij de Overeenkomst ‘Partij zijnde Staat’/‘Staten’ worden zo uitgelegd, dat daar mede tevens wordt verwezen naar organisaties voor regionale economische integratie die bevoegd zijn met betrekking tot het onderhandelen over en het sluiten en het toepassen van internationale overeenkomsten betreffende onder deze Overeenkomst vallende aangelegenheden.