Vgl. HR 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2892, NJ 2017/158, m. nt. Keijzer, rov 2.3.4. Zie recent HR 3 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1878.
HR, 17-03-2020, nr. 18/04930
ECLI:NL:HR:2020:376
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17-03-2020
- Zaaknummer
18/04930
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2020:376, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑03‑2020; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2020:30
ECLI:NL:PHR:2020:30, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2020
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2020:376
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2020-0077
Uitspraak 17‑03‑2020
Inhoudsindicatie
Internetoplichting door op Facebook goederen op het gebied van licht- en geluidtechniek aan te bieden maar niet te leveren, art. 326.1 Sr. Bewijsklachten daderschap en pleegplaats. Uit bewijsvoering kan - zonder nadere motivering - die ontbreekt, nog niet met voldoende mate van nauwkeurigheid worden afgeleid dat het verdachte is geweest die aangevers heeft bewogen tot betaling van geldbedragen door gebruik te maken van bewezenverklaarde oplichtingsmiddelen en dat Renkum daarvan pleegplaats was. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/04930
Datum 17 maart 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 5 november 2018, nummer 21/003612-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
hierna: de verdachte.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en P. van Dongen, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, teneinde opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het cassatiemiddel
2.1
Het cassatiemiddel komt op tegen de bewezenverklaring.
2.2.1
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
“hij in de periode van 3 juni 2015 tot en met 5 november 2015 te Renkum, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid personen heeft bewogen tot de afgifte van één of meerdere geldbedragen, immers heeft verdachte valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
- zich met gebruikmaking van valse Facebookprofielen (op naam van: [naam 1] en [naam 2] en [naam 3] en [naam 4] en [naam 5] en [naam 6] en [naam 7]) voorgedaan als verkoper van elektronische (licht- en geluid)apparatuur, door op een of meerdere verkooppagina’s van Facebook advertenties te plaatsen en
- een webwinkel/internetsite/advertentiesite (genaamd [internetsite]) opgericht en zich (vervolgens) (via internet) voorgedaan als (een medewerker van) een betrouwbaar bedrijf en
- zich (via internet) voorgedaan als een medewerker van een bedrijf genaamd [A] en een factuur opgemaakt met daarop de bedrijfsgegevens van [A] en
- een telefoonnummer bekend heeft gemaakt waarop verdachte bereikbaar zou zijn en
- op een door [betrokkene 1] op een verkooppagina van Facebook geplaatste advertentie gereageerd en daarbij een valse identiteit gebruikt en aan die [betrokkene 1] aangegeven dat hij, verdachte, de door die [betrokkene 1] te koop gevraagde Windjammer aan die [betrokkene 1] kon leveren en
- met de na te noemen personen een prijs voor de aankoop van elektronische (licht- en geluid)apparatuur is overeengekomen waarbij verdachte aan na te noemen personen een bankrekeningnummer heeft doorgegeven en verzocht om het te betalen bedrag over te maken naar dat rekeningnummer waardoor na te noemen personen werden bewogen tot de afgifte van na te noemen geldbedragen door deze bedragen over te boeken op het doorgegeven bankrekeningnummer te weten:
- €225,- (voor een of meer led Spheres, verlichting) door [betrokkene 2] en
- €100,- (voor een zogenaamde windjammer) door [betrokkene 1] en
- €307,50 (voor een Shure microfoonset) door [betrokkene 3] en
- €206,75 (voor een Shure set) en €100,- (voor een microfoon) door [betrokkene 4] en
- €200,- (voor een of meer Shure microfoons) door [betrokkene 5] en
- €270,- (voor zogenaamde aircones, verlichting) door [betrokkene 6] en
- €256,- (voor een microfoonset) door [betrokkene 7], terwijl verdachte bovengenoemde goederen telkens niet heeft geleverd.”
2.2.2
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 november 2015, nummer PL0600-2015537438-1, opgenomen op pagina 9 e.v. van het dossier met nummer PL0600-2017106047, inhoudende:
als verklaring van aangeefster [betrokkene 6]
Op vrijdag 30 oktober 2015 omstreeks 23.00 uur heeft mijn man [betrokkene 8] via Facebook contact gehad met iemand die zich voordeed als [naam 6]. Mijn man had op Facebook een advertentie gezien van verlichting. Mijn man heeft een drive in discotheek en had wel interesse in deze verlichting. De advertentie stond op Facebook onder vraag & aanbod- Professional light/ audio. Ik heb een printje meegenomen van deze advertentie. Deze mag u gebruiken voor het onderzoek. Mijn man heeft via Facebook gereageerd op de advertentie. Daarna heeft hij via Whatsapp contact gekregen met de eerder genoemde persoon.
Die persoon gebruikte op Whatsapp het telefoonnummer: [telefoonnummer 1].
Mijn man heeft via Whatsapp en telefonisch afgesproken met die persoon dat hij de verlichting wilde kopen. Het gaat hier om zogenaamde aircones. Mijn man en deze persoon zijn een bedrag overeen gekomen van 270,00 euro. 250,00 euro voor de verlichting en 20,00 euro verzendkosten.
Mijn man heeft vanuit onze gezamenlijke rekening (IBAN rekeningnummer: [001]) de 270,00 euro op zaterdag 31 oktober 2015 overgemaakt naar het IBAN rekeningnummer: [002] op naam van [naam 6].
2. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 november 2015, nummer PL2600-2015038901-1, opgenomen op pagina 20 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van aangeefster [betrokkene 1]
Ik doe aangifte van oplichting.
Via social media Facebook heb ik een aantal ‘gezocht’-advertenties geplaatst. Ik was op zoek naar een windjammer (geluidsapparatuur). Ik plaatste deze zoek-advertentie in een aantal besloten Facebookgroepen die gericht waren op dit soort apparatuur. [naam 2] stuurde mij een bericht dat hij er één had liggen. Hij had ook een webshop, zie de website. Hij vroeg 100 en omdat hij een webshop had kon hij het pakketje makkelijk en snel versturen via DHL. De verzendkosten zou hij op zich nemen, omdat hij medelijden had met mij en de situatie. [naam 2] heeft nooit iets toegestuurd en heeft sindsdien zijn Facebook account verwijderd. De website bestaat nog wel. Na een door mij gehouden zoektocht naar de identiteit van de man, ben ik erachter gekomen dat [naam 2] hoogstwaarschijnlijk heel iemand anders is.
Conflict Uw bankrekeningnummer [003]
Conflict Datum betaling 16-07-2015
Conflict Tijdstip betaling 13:10
Conflict Bedrag aankoop € 100
Conflict Betalingsmethode IDEAL (met IBAN)
Conflict Bankrekeningnummer wederpartij [002]
Conflict Naam rekeninghouder wederpartij [betrokkene 9]
3. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 november 2015, nummer PL2600-2015034066-1, opgenomen op pagina 34 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van aangever [betrokkene 2]
Ik doe aangifte van oplichting.
Via de verkoopgroep op Facebook genaamd “2dehands licht & geluid”, kwam ik in contact met een persoon “[naam 1]”. Via de Facebook messenger kwamen we tot een verkoopovereenkomst voor 3 ledbollen.
Hij stuurde me een factuur van het mailadres: [e-mailadres 1].
Toen ik de website van de winkel nakeek, en deze bleek te bestaan, ging ik op 04-06 over van de betaling van 225,00 op het rekeningnummer vermeld op de factuur: [002].
Conflict Uw bankrekeningnummer [004]
Conflict Datum betaling 04-06-2015
Conflict Bedrag aankoop € 225.00
Conflict Betalingsmethode Bankoverschrijving (met IBAN)
Conflict Bankrekeningnummer wederpartij [002]
Conflict Naam rekeninghouder wederpartij [naam 1] [A]
4. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 november 2015, nummer PL2600-2015045640-1, opgenomen op pagina 58 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van aangever [betrokkene 3]
Ik doe aangifte van oplichting.
Wederpartij Voorna(a)m(en) [naam 2]
Wederpartij Achternaam [naam 2]
Wederpartij E-mailadres wederpartij [e-mailadres 2]
Conflict Betreft het een handelssite? Geen handelssite, maar social media
Conflict Welke social media? Facebook
Conflict Advertentietitel Shure DMK57-52 drum microfoonkit
Conflict Advertentienummer nvt
Conflict Uw gebruikersnaam handelssite [betrokkene 3]
Conflict Gebruikersnaam wederpartij handelssite [naam 2]
Conflict Omschrijving conflict Op facebook werd in een 2de handsgroep voor licht en geluidsmateriaal een Shure Microfoonset aangeboden door een persoon die zich uitgaf voor [naam 2]. Na akkoord te zijn over de prijs (300€ + 7.5€ verzendkosten via Kiala) schreef ik dit over op deze persoon zijn rekeningnummer. Ik kreeg kort daarna een Kiala track&trace code, maar het pakje werd nooit bij Kiala binnengebracht en sindsdien reageert deze persoon niet meer op berichten.
Het rekeningnummer dat deze persoon gebruikte is: [002].
De BIC code is [005]. Via email heb ik nooit contact gehad met deze persoon, ook mails naar dit adres bleven onbeantwoord.
Conflict Uw bankrekeningnummer [006]
Conflict Datum betaling 13-08-2015
Conflict Bedrag aankoop € 307.5
Conflict Betalingsmethode Bankoverschrijving (met IBAN)
Conflict Bankrekeningnummer wederpartij [002]
Conflict Naam rekeninghouder wederpartij [naam 2]
5. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 november 2015, nummer PL2600-2015049330-1, opgenomen op pagina 72 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van aangever [betrokkene 4]
Ik doe aangifte van oplichting.
Conflict Betreft het een handelssite? Geen handelssite, maar social media
Conflict Welke social media? Facebook
Conflict Advertentietitel Shure SLX
Conflict Uw gebruikersnaam handelssite [betrokkene 4]
Conflict Gebruikersnaam wederpartij handelssite [naam 3] / [naam 4] /
Conflict Omschrijving conflict Bij [naam 3] een Microfoon set gekocht.
Deze na overleg ook betaald, alleen helaas nooit mogen ontvangen. Na enkele dagen heeft [naam 3] ook zijn profielnaam aangepast naar [naam 4], mijn gebruiker geblokkeerd en weer andere spullen te koop aangeboden. Deze persoon (namen zullen schuilnamen zijn, net als adres en telefoonnummer) is dus weer gewoon verder aan het gaan met zijn oplichtingspraktijken. Ik ben voor 306.75 euro opgelicht geworden.
Conflict Uw bankrekeningnummer [007]
Conflict Datum betaling 27-08-2015
Conflict Tijdstip betaling 17:00
Conflict Bedrag aankoop € 306.75
Conflict Betalingsmethode Bankoverschrijving (met IBAN)
Conflict Bankrekeningnummer wederpartij [002]
Conflict Naam rekeninghouder wederpartij [naam 3]
6. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 9 maart 2016, nummer PL2600-2015068698-1, opgenomen op pagina 103 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van aangever [betrokkene 7]
Ik doe aangifte van oplichting.
Wederpartij Voorna(a)m(en) [naam 5]
Wederpartij Achternaam [naam 5]
Wederpartij Woonplaats [plaats]
Wederpartij Land Nederland
Wederpartij E-mailadres wederpartij onbekend@onbekend.nl
Wederpartij Mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 2]
Conflict Betreft het een handelssite? Geen handelssite, maar social media
Conflict Welke social media? Facebookpagina: "nieuw en gebruikt licht en geluid
Conflict Advertentietitel Diverse
Conflict Uw gebruikersnaam handelssite [betrokkene 7]
Conflict Uw bankrekeningnummer [008]
Conflict Datum betaling 04-11-2015
Conflict Bedrag aankoop € 256
Conflict Betalingsmethode Bankoverschrijving (met IBAN)
Conflict Bankrekeningnummer wederpartij [002]
Conflict Naam rekeninghouder wederpartij [naam 5]
Conflict Verstrekken e-mailadres Ja
Overzicht Zijn de gegevens correct en naar waarheid ingevuld? Ja
Conflict Omschrijving conflict Ik heb via een verkooppagina voor licht en geluid een microfoon set “gekocht” welke nooit is binnen gekomen. Deze verkooppagina is over het algemeen zeer betrouwbaar. De verkoper, zogenaamd ene [naam 5], die is compleet van de social media verdwenen.
7. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 29 juli 2016, nummer PL0600-2016375066-1, opgenomen op pagina 124 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van aangever [betrokkene 5]
U heeft mij gevraagd of ik in oktober 2015 goederen gekocht heeft via internet. Ik kan u vertellen dat dit inderdaad klopt. U vraagt mij of ik die goederen ooit ontvangen hebt. Ik kan u vertellen dat ik deze goederen nooit ontvangen heb. Ik kan u het volgende daarover vertellen:
Op maandag 19 oktober 2015 zag ik op Facebook, licht en geluid verkoop, een advertentie. Door [naam 7] werden 4 microfoons aangeboden, van het merk Shure en rond de 200 euro. Dit is niet duur en ik reageerde via een persoonlijk bericht. Vrij snel kreeg ik daar reactie op en via internet, Facebook, zijn wij het bedrag van 200 euro overeen gekomen. Ik heb toen 200 euro overgemaakt naar rekeningnummer [002] te naam van [naam 7]. Ik kreeg reactie dat het geld ontvangen was en dat de goederen opgestuurd zouden worden. Hierop vroeg ik of er een track and trace code opgestuurd kon worden. Deze code heb ik nooit ontvangen. En de betaalde goederen heb ik ook nooit ontvangen. Toen ik op de pagina keek zag ik dat deze verwijderd was.
8. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 augustus 2016, nummer PL0600-2015537438-11, opgenomen op pagina 141 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als relaas van verbalisant [verbalisant]
Aangifte 1
BVH: Origineel 2015034066 / Dummy 2016113992
Aangever: [betrokkene 2]
Rekeningnummer aangever: [004]
Bedrag: 225 euro
Datum transactie: 4 juni 2015
Datum ontvangst transactie op rekeningnummer verdachte: 4 juni 2015
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 4 juni 2015
Op de dag van ontvangst wordt het gestorte geld bedrag verdeeld. Namelijk 130 euro gaat naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 95 euro gaat naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9].
Aangifte 2
BVH: Origineel 2015038901 / Dummy 2016113819
Aangever: [betrokkene 1]
Rekeningnummer aangever: [003]
Bedrag: 100 euro
Datum transactie: 16 juli 2015
Datum ontvangst transactie op rekening verdachte: 16 juli 2015
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 16 juli 2015
Op de dag van ontvangst wordt het gestorte geldbedrag verdeeld. Namelijk 60 euro gaat naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 29,67 euro gaat naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9].
Aangifte 3
BVH: Origineel 2015045640 / Dummy 2016114104
Aangever: [betrokkene 3]
Rekeningnummer aangever: [006]
Bedrag: 307,50 euro
Datum transactie: 13 augustus 2015
Rekeningnummer verdachte [betrokkene 9]: [002]
Datum ontvangst transactie op rekening verdachte: 14 augustus 2015
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 14 augustus 2015
Op de dag van ontvangst wordt het gestorte geldbedrag verdeeld. Namelijk 200 euro gaat naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 101,50 euro gaat naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9].
Aangifte 4
BVH: Origineel 2015049330 / Dummy 2016114164
Aangever: [betrokkene 4]
Rekeningnummer aangever: [007]
Bedrag: twee transacties totaal 307,50 euro
Datum transactie: 28 augustus 2015 (206,75 euro) en 01 september 2015 (100 euro)
Datum ontvangst transactie op rekening verdachte: 28 augustus 2015 (206,75 euro) en 1 september 2015 (100 euro)
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 28 augustus 2015 en 1 september 2015
Op de dag van ontvangst worden de geldbedragen verdeeld. Totaal van deze twee transacties gaat 175 euro naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 127,76 euro naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9].
Aangifte 5
BVH: Origineel 2016375066
Aangever: [betrokkene 5]
Rekeningnummer aangever: [011]
Bedrag: 200 euro
Datum transactie: 19 oktober 2015
Rekeningnummer verdachte [betrokkene 9]: [002]
Datum ontvangst transactie op rekening verdachte: 19 oktober 2015
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 19 oktober 2015
Op de dag van ontvangst wordt het gestorte geldbedrag verdeeld. Namelijk 110 euro gaat naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 79,65 euro gaat naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9].
Aangifte 6
BVH: Origineel 2015537438
Aangever: [betrokkene 6]
Rekeningnummer aangever: [001]
Bedrag: 270 euro
Datum transactie: 31 oktober 2015
Datum ontvangst transactie op rekening verdachte: 2 november 2015
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 2 november 2015
Er is te zien dat er op dezelfde dag nog een geldbedrag van 270 euro gestort is, op de rekening van verdachte, door [B]. Echter is er van dit bedrag geen aangifte, wel is er contact geweest met de eigenaar [betrokkene 10]. Hiervan is afzonderlijk een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt. Het totale geldbedrag van 540 euro wat op 2 november 2015 ontvangen is werd direct verdeeld. Namelijk 330 euro gaat naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 210 euro gaat naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9].
Aangifte 7
BVH: Origineel 2015067411
Aangever: [betrokkene 11]
Rekeningnummer aangever: [012]
Bedrag: 300 euro
Datum transactie: 4 november 2015
Datum ontvangst transactie op rekening verdachte: 4 november 2015.
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 4 november 2015
Op de dag van ontvangst wordt het gestorte geldbedrag verdeeld. Namelijk 175 euro gaat naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 125 euro gaat naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9].
Aangifte 8
BVH: Origineel 2015068698 / Dummy 2016214303
Aangever: [betrokkene 7]
Rekeningnummer aangever: [008]
Bedrag: 256 euro
Datum transactie: 5 november 2015
Datum ontvangst transactie op rekening verdachte: 5 november 2015
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 5 november 2015
Op de dag van ontvangst wordt het gestorte geldbedrag verdeeld. 160 euro gaat naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 96 euro gaat naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9].
9. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 mei 2016, nummer PL0600-2015537438-8, opgenomen op pagina 154 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van verdachte [betrokkene 9]
Ik weet niet hoe vaak er geld op mijn rekening werd gestort voor [verdachte]. Ik weet wel dat [verdachte] ongeveer acht keer met mij naar de pinautomaat is geweest omdat hij geld van mijn rekening nodig had. Ik wist niet waar dat geld vandaan kwam. Ik pinde dan bedragen als 150 Euro, 240 Euro, en 50 Euro, maar nooit hoger dan 250 Euro. Ik heb ook 4 a 5 keer geld overgemaakt naar de rekening van [verdachte]. Dat was steeds naar hetzelfde rekeningnummer.
10. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 23 augustus 2016, nummer PL0600-2015537438-13, opgenomen op pagina 161 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van verdachte [betrokkene 9]
V: Hoe ging het in zijn werk?
A: Als er geld op mijn rekening werd gestort belde [verdachte] mij op met de vraag of ik het geld naar hem over wilde maken.
V: En jij maakte het dan over naar [verdachte]?
A: Dit deed ik dan gelijk.
V: Deed je dat op dezelfde dag?
A: Volgens mij deed ik dat wel gelijk.
V: Hoe deed je dat?
A: Internet bankieren.
11. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige bij de raadsheer-commissaris, d.d. 8 juni 2018, inhoudende:
als verklaring van getuige [betrokkene 9]
Ikzelf maakte gebruik van deze bankrekeningen, er waren geen gemachtigden. Er werd ook wel eens een toeslag van mijn moeder op gestort die zij dan met mijn pincode opnam. Op verzoek van [verdachte] stortten andere mensen bedragen op mijn rekening. [verdachte] gaf dat dan tevoren aan mij aan. Ik wist aanvankelijk niet dat [verdachte] andere mensen oplichtte. Toen ik dat doorkreeg, heb ik dat met hem besproken. Van toen af kreeg ik een vergoeding van hem. Op een goed moment ben ik ermee gestopt. Dat was toen [verdachte] samen met iemand anders bij mij kwam met het voorstel om op mijn naam een internetbedrijf te registreren bij de Kamer van Koophandel. Ik herinner mij ook nog een keer een berichtje ontvangen te hebben van iemand die één cent had overgemaakt met de tekst ‘oplichter’. [verdachte] heeft mij toen de instructie gegeven aan die persoon via een retourovermaking te laten weten dat ik niet begreep waar die betrokkene het over had.”
2.2.3
Het hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring het volgende overwogen:
“Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde. Verdachte ontkent iets met de oplichting te maken te hebben.
[betrokkene 9], ook verdachte in deze zaak, probeert verdachte met zijn verklaringen een hak te zetten. In de verklaringen van [betrokkene 9] staan meerdere tegenstrijdigheden. De verklaringen van [betrokkene 9] zijn onbetrouwbaar en kunnen niet als enig bewijs dienen, aldus de raadsman. Subsidiair heeft de raadsman een strafmaatverweer gevoerd.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het primair ten laste gelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof als volgt.
Het enkele feit dat de verklaringen van [betrokkene 9] bij de politie en bij de raadsheer-commissaris niet op elk detail overeenkomen, maakt de verklaringen niet onbetrouwbaar. Het hof acht de verklaringen dan ook betrouwbaar en zal deze gebruiken voor het bewijs.
Op de dag dat [betrokkene 9] het geld van aangevers op zijn rekening ontving, werd het merendeel daarvan overgemaakt naar verdachte. Het gaat om specifieke bedragen. Volgens de verklaringen van [betrokkene 9], zoals hieronder opgenomen, maakte hij deze bedragen in overleg met verdachte over naar het rekeningnummer van verdachte.
De goederen die verdachte te koop aanbood, hadden betrekking op licht- en geluidtechniek. Verdachte beschikt vanuit zijn opleiding, en een bedrijf dat hij heeft gehad, over expertise met betrekking tot deze goederen.
Verdachte heeft ter zitting in hoger beroep, evenals in zijn eerdere verklaringen, aangevoerd dat [betrokkene 9] een schuld bij hem had en dat [betrokkene 9] die schuld door middel van de hiervoor bedoelde overboekingen terugbetaalde. Deze enkele stelling van verdachte is evenwel op geen enkele wijze onderbouwd en ook overigens niet aannemelijk geworden.
Het hof acht het primair tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen.”
2.3
Het cassatiemiddel bevat de klachten dat uit de bewijsvoering niet kan volgen dat de verdachte de oplichtingen heeft gepleegd en dat hij dit te Renkum heeft gedaan.
2.4
De klachten slagen. Uit de bewijsvoering kan, zonder nadere motivering, die ontbreekt, nog niet met voldoende mate van nauwkeurigheid worden afgeleid dat het de verdachte is geweest die de aangevers heeft bewogen tot betaling van de geldbedragen door gebruik te maken van de bewezenverklaarde oplichtingsmiddelen en dat Renkum daarvan de pleegplaats was.De bewezenverklaring is dus niet naar de eis van de wet toereikend met redenen omkleed.
2.5
Het cassatiemiddel is terecht voorgesteld.
3. Beslissing
De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 maart 2020.
Conclusie 28‑01‑2020
Inhoudsindicatie
Conclusie AG. Internetoplichting, art. 326 lid 1 Sr. Vraag of uit de gebezigde bewijsmiddelen kan volgen dat het de verdachte is geweest die de oplichtingshandelingen heeft verricht. Conclusie strekt tot vernietiging en tot terugwijzing.
Partij(en)
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 18/04930
Zitting 28 januari 2020
CONCLUSIE
T.N.B.M. Spronken
In de zaak
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
hierna: de verdachte.
1. Inleiding
1.1.
De verdachte is bij arrest van 5 november 2018 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, wegens “oplichting, meermalen gepleegd”, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden. Daarnaast heeft het hof beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen en aan verdachte schadevergoedingsmaatregelen opgelegd, één en ander zoals in het arrest vermeld.
1.2.
Het gaat in deze zaak om de oplichting van zeven personen die via internet goederen hebben gekocht, maar deze nooit hebben ontvangen. De verdachte wordt verweten dat hij onder meer de goederen te koop heeft aangeboden onder het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid.
1.3.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte en mr. R.J. Baumgardt en mr. P. van Dongen, advocaten te Rotterdam, hebben één middel van cassatie voorgesteld. Dat middel keert zich tegen de bewezenverklaarde oplichting, meer in het bijzonder tegen de bewezenverklaring van de oplichtingshandelingen.
1.4.
Voordat ik over ga tot de bespreking van het middel, geef ik voor een goed begrip eerst de bewezenverklaring en de bewijsvoering van het hof weer.
2. De bewezenverklaring, bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen
2.1.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
“hij in de periode van 3 juni 2015 tot en met 5 november 2015 te Renkum, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid personen heeft bewogen tot de afgifte van één of meerdere geldbedragen, immers heeft verdachte valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
- zich met gebruikmaking van valse Facebookprofielen (op naam van: [naam 1] en [naam 2] en [naam 3] en [naam 4] en [naam 5] en [naam 6] en [naam 7] ) voorgedaan als verkoper van elektronische (licht- en geluid)apparatuur, door op een of meerdere verkooppagina's van Facebook advertenties te plaatsen en
- een webwinkel/internetsite/advertentiesite (genaamd [internetsite] ) opgericht en zich (vervolgens) (via internet) voorgedaan als (een medewerker van) een betrouwbaar bedrijf en
- zich (via internet) voorgedaan als een medewerker van een bedrijf genaamd [A] en een factuur opgemaakt met daarop de bedrijfsgegevens van [A] en
- een telefoonnummer bekend heeft gemaakt waarop verdachte bereikbaar zou zijn en
- op een door [betrokkene 1] op een verkooppagina van Facebook geplaatste advertentie gereageerd en daarbij een valse identiteit gebruikt en aan die [betrokkene 1] aangegeven dat hij, verdachte, de door die [betrokkene 1] te koop gevraagde Windjammer aan die [betrokkene 1] kon leveren en
- met de na te noemen personen een prijs voor de aankoop van elektronische (licht- en geluid)apparatuur is overeengekomen waarbij verdachte aan na te noemen personen een bankrekeningnummer heeft doorgegeven en verzocht om het te betalen bedrag over te maken naar dat rekeningnummer waardoor na te noemen personen werden bewogen tot de afgifte van na te noemen geldbedragen door deze bedragen over te boeken op het doorgegeven bankrekeningnummer te weten:
- €225,- (voor een of meer led Spheres, verlichting) door [betrokkene 2] en
- €100,- (voor een zogenaamde windjammer) door [betrokkene 1] en
- €307,50 (voor een Shure microfoonset) door [betrokkene 3] en
- €206,75 (voor een Shure set) en €100,- (voor een microfoon) door [betrokkene 4] en
- €200,- (voor een of meer Shure microfoons) door [betrokkene 5] en
- €270,- (voor zogenaamde aircones, verlichting) door [betrokkene 6] en
- €256,- (voor een microfoonset) door [betrokkene 7] , terwijl verdachte bovengenoemde goederen telkens niet heeft geleverd.”
2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende in de aanvulling op het verkort arrest opgenomen bewijsmiddelen:
“1. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 november 2015, nummer PL0600-2015537438-1, opgenomen op pagina 9 e.v. van het dossier met nummer PL0600-2017106047, inhoudende:
als verklaring van aangeefster [betrokkene 6]
Op vrijdag 30 oktober 2015 omstreeks 23.00 uur heeft mijn man [betrokkene 8] via Facebook contact gehad met iemand die zich voordeed als [naam 6] . Mijn man had op Facebook een advertentie gezien van verlichting. Mijn man heeft een drive in discotheek en had wel interesse in deze verlichting. De advertentie stond op Facebook onder vraag & aanbod- Professional light/ audio. Ik heb een printje meegenomen van deze advertentie. Deze mag u gebruiken voor het onderzoek. Mijn man heeft via Facebook gereageerd op de advertentie. Daarna heeft hij via Whatsapp contact gekregen met de eerder genoemde persoon.
Die persoon gebruikte op Whatsapp het telefoonnummer: [telefoonnummer 1] .
Mijn man heeft via Whatsapp en telefonisch afgesproken met die persoon dat hij de verlichting wilde kopen. Het gaat hier om zogenaamde aircones. Mijn man en deze persoon zijn een bedrag overeen gekomen van 270,00 euro. 250,00 euro voor de verlichting en 20,00 euro verzendkosten.
Mijn man heeft vanuit onze gezamenlijke rekening (IBAN rekeningnummer: [001] ) de 270,00 euro op zaterdag 31 oktober 2015 overgemaakt naar het IBAN rekeningnummer: [002] op naam van [naam 6] .
2. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 november 2015, nummer PL2600-2015038901-1, opgenomen op pagina 20 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van aangeefster [betrokkene 1]
Ik doe aangifte van oplichting.
Via social media Facebook heb ik een aantal 'gezocht'-advertenties geplaatst. Ik was op zoek naar een windjammer (geluidsapparatuur). Ik plaatste deze zoek-advertentie in een aantal besloten Facebookgroepen die gericht waren op dit soort apparatuur. [naam 2] stuurde mij een bericht dat hij er één had liggen. Hij had ook een webshop, zie de website. Hij vroeg 100 en omdat hij een webshop had kon hij het pakketje makkelijk en snel versturen via DHL. De verzendkosten zou hij op zich nemen, omdat hij medelijden had met mij en de situatie. [naam 2] heeft nooit iets toegestuurd en heeft sindsdien zijn Facebook account verwijderd. De website bestaat nog wel. Na een door mij gehouden zoektocht naar de identiteit van de man, ben ik erachter gekomen dat [naam 2] hoogstwaarschijnlijk heel iemand anders is.
Conflict Uw bankrekeningnummer [003]
Conflict Datum betaling 16-07-2015
Conflict Tijdstip betaling 13:10
Conflict Bedrag aankoop ? 100
Conflict Betalingsmethode IDEAL (met IBAN)
Conflict Bankrekeningnummer wederpartij [002]
Conflict Naam rekeninghouder wederpartij [betrokkene 9]
3. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 november 2015, nummer PL2600-2015034066-1, opgenomen op pagina 34 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van aangever [betrokkene 2]
Ik doe aangifte van oplichting.
Via de verkoopgroep op Facebook genaamd "2dehands licht & geluid", kwam ik in contact met een persoon " [naam 1] ". Via de Facebook messenger kwamen we tot een verkoopovereenkomst voor 3 ledbollen.
Hij stuurde me een factuur van het mailadres: [e-mailadres 1] .
Toen ik de website van de winkel nakeek, en deze bleek te bestaan, ging ik op 04-06 over van de betaling van 225,00 op het rekeningnummer vermeld op de factuur: [002] .
Conflict Uw bankrekeningnummer [004]
Conflict Datum betaling 04-06-2015
Conflict Bedrag aankoop ? 225.00
Conflict Betalingsmethode Bankoverschrijving (met IBAN)
Conflict Bankrekeningnummer wederpartij [002]
Conflict Naam rekeninghouder wederpartij [naam 1] [A]
4. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 november 2015, nummer PL2600-2015045640-1, opgenomen op pagina 58 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van aangever [betrokkene 3]
Ik doe aangifte van oplichting.
Wederpartij Voorna(a)m(en) [naam 2]
Wederpartij Achternaam [naam 2]
Wederpartij E-mailadres wederpartij [e-mailadres 2]
Conflict Betreft het een handelssite? Geen handelssite, maar social media
Conflict Welke social media? Facebook
Conflict Advertentietitel Shure DMK57-52 drum microfoonkit
Conflict Advertentienummer nvt
Conflict Uw gebruikersnaam handelssite [betrokkene 3]
Conflict Gebruikersnaam wederpartij handelssite [naam 2]
Conflict Omschrijving conflict Op facebook werd in een 2de handsgroep voor licht en geluidsmateriaal een Shure Microfoonset aangeboden door een persoon die zich uitgaf voor [naam 2] . Na akkoord te zijn over de prijs (300? + 7.5? verzendkosten via Kiala) schreef ik dit over op deze persoon zijn rekeningnummer. Ik kreeg kort daarna een Kiala track&trace code, maar het pakje werd nooit bij Kiala binnengebracht en sindsdien reageert deze persoon niet meer op berichten.
Het rekeningnummer dat deze persoon gebruikte is: [002] .
De BIC code is [005] Via email heb ik nooit contact gehad met deze persoon, ook mails naar dit adres bleven onbeantwoord.
Conflict Uw bankrekeningnummer [006]
Conflict Datum betaling 13-08-2015
Conflict Bedrag aankoop ? 307.5
Conflict Betalingsmethode Bankoverschrijving (met IBAN)
Conflict Bankrekeningnummer wederpartij [002]
Conflict Naam rekeninghouder wederpartij [naam 2]
5. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 november 2015, nummer PL2600-2015049330-1, opgenomen op pagina 72 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van aangever [betrokkene 4]
Ik doe aangifte van oplichting.
Conflict Betreft het een handelssite? Geen handelssite, maar social media
Conflict Welke social media? Facebook
Conflict Advertentietitel Shure SLX
Conflict Uw gebruikersnaam handelssite [betrokkene 4]
Conflict Gebruikersnaam wederpartij handelssite [naam 3] / [naam 4]
/
Conflict Omschrijving conflict Bij [naam 3] een Microfoon set gekocht.
Deze na overleg ook betaald, alleen helaas nooit mogen ontvangen. Na enkele dagen heeft [naam 3] ook zijn profielnaam aangepast naar [naam 4] , mijn gebruiker geblokkeerd en weer andere spullen te koop aangeboden. Deze persoon (namen zullen schuilnamen zijn, net als adres en telefoonnummer) is dus weer gewoon verder aan het gaan met zijn oplichtingspraktijken. Ik ben voor 306.75 euro opgelicht geworden.
Conflict Uw bankrekeningnummer [007]
Conflict Datum betaling 27-08-2015
Conflict Tijdstip betaling 17:00
Conflict Bedrag aankoop ? 306.75
Conflict Betalingsmethode Bankoverschrijving (met IBAN)
Conflict Bankrekeningnummer wederpartij [002]
Conflict Naam rekeninghouder wederpartij [naam 3]
6. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 9 maart 2016, nummer PL2600-2015068698-1, opgenomen op pagina 103 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van aangever [betrokkene 7]
Ik doe aangifte van oplichting.
Wederpartij Voorna(a)m(en) [naam 5]
Wederpartij Achternaam [naam 5]
Wederpartij Woonplaats [plaats]
Wederpartij Land Nederland
Wederpartij E-mailadres wederpartij onbekend@onbekend.nl
Wederpartij Mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 2]
Conflict Betreft het een handelssite? Geen handelssite, maar social media
Conflict Welke social media? Facebookpagina: "nieuw en gebruikt licht en geluid
Conflict Advertentietitel Diverse
Conflict Uw gebruikersnaam handelssite [betrokkene 7]
Conflict Uw bankrekeningnummer [008]
Conflict Datum betaling 04-11-2015
Conflict Bedrag aankoop ? 256
Conflict Betalingsmethode Bankoverschrijving (met IBAN)
Conflict Bankrekeningnummer wederpartij [002]
Conflict Naam rekeninghouder wederpartij [naam 5]
Conflict Verstrekken e-mailadres Ja
Overzicht Zijn de gegevens correct en naar waarheid ingevuld? Ja
Conflict Omschrijving conflict Ik heb via een verkooppagina voor licht en geluid een microfoon set "gekocht" welke nooit is binnen gekomen. Deze verkooppagina is over het algemeen zeer betrouwbaar. De verkoper, zogenaamd ene [naam 5] , die is compleet van de social media verdwenen.
7. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 29 juli 2016, nummer PL0600-2016375066-1, opgenomen op pagina 124 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van aangever [betrokkene 5]
U heeft mij gevraagd of ik in oktober 2015 goederen gekocht heeft via internet. Ik kan u vertellen dat dit inderdaad klopt. U vraagt mij of ik die goederen ooit ontvangen hebt. Ik kan u vertellen dat ik deze goederen nooit ontvangen heb. Ik kan u het volgende daarover vertellen:
Op maandag 19 oktober 2015 zag ik op Facebook, licht en geluid verkoop, een advertentie. Door [naam 7] werden 4 microfoons aangeboden, van het merk Shure en rond de 200 euro. Dit is niet duur en ik reageerde via een persoonlijk bericht. Vrij snel kreeg ik daar reactie op en via internet, Facebook, zijn wij het bedrag van 200 euro overeen gekomen. Ik heb toen 200 euro overgemaakt naar rekeningnummer [002] te naam van [naam 7] . Ik kreeg reactie dat het geld ontvangen was en dat de goederen opgestuurd zouden worden. Hierop vroeg ik of er een track and trace code opgestuurd kon worden. Deze code heb ik nooit ontvangen. En de betaalde goederen heb ik ook nooit ontvangen. Toen ik op de pagina keek zag ik dat deze verwijderd was.
8. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 augustus 2016, nummer PL0600-2015537438-11, opgenomen op pagina 141 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als relaas van verbalisant [verbalisant]
Aangifte 1
BVH: Origineel 2015034066 / Dummy 2016113992
Aangever: [betrokkene 2]
Rekeningnummer aangever: [004]
Bedrag: 225 euro
Datum transactie: 4 juni 2015
Datum ontvangst transactie op rekeningnummer verdachte: 4 juni 2015
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 4 juni 2015
Op de dag van ontvangst wordt het gestorte geld bedrag verdeeld. Namelijk 130 euro gaat naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 95 euro
gaat naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9] .
Aangifte 2
BVH: Origineel 2015038901 / Dummy 2016113819
Aangever: [betrokkene 1]
Rekeningnummer aangever: [003]
Bedrag: 100 euro
Datum transactie: 16 juli 2015
Datum ontvangst transactie op rekening verdachte: 16 juli 2015
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 16 juli 2015
Op de dag van ontvangst wordt het gestorte geldbedrag verdeeld. Namelijk 60 euro gaat naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 29,67 euro
gaat naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9] .
Aangifte 3
BVH: Origineel 2015045640 / Dummy 2016114104
Aangever: [betrokkene 3]
Rekeningnummer aangever: [006]
Bedrag: 307,50 euro
Datum transactie: 13 augustus 2015
Rekeningnummer verdachte [betrokkene 9] : [002]
Datum ontvangst transactie op rekening verdachte: 14 augustus 2015
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 14 augustus 2015
Op de dag van ontvangst wordt het gestorte geldbedrag verdeeld. Namelijk 200 euro
gaat naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 101,50
euro gaat naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9] .
Aangifte 4
BVH: Origineel 2015049330 / Dummy 2016114164
Aangever: [betrokkene 4]
Rekeningnummer aangever: [007]
Bedrag: twee transacties totaal 307,50 euro
Datum transactie: 28 augustus 2015 (206,75 euro) en 01 september 2015 (100 euro)
Datum ontvangst transactie op rekening verdachte: 28 augustus 2015 (206,75 euro) en 1 september 2015 (100 euro)
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 28 augustus 2015 en 1 september 2015
Op de dag van ontvangst worden de geldbedragen verdeeld. Totaal van deze twee transacties gaat 175 euro naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 127,76 euro naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9] .
Aangifte 5
BVH: Origineel 2016375066
Aangever: [betrokkene 5]
Rekeningnummer aangever: [011]
Bedrag: 200 euro
Datum transactie: 19 oktober 2015
Rekeningnummer verdachte [betrokkene 9] : [002]
Datum ontvangst transactie op rekening verdachte: 19 oktober 2015
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 19 oktober 2015
Op de dag van ontvangst wordt het gestorte geldbedrag verdeeld. Namelijk 110 euro
gaat naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 79,65
euro gaat naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9] .
Aangifte 6
BVH: Origineel 2015537438
Aangever: [betrokkene 6]
Rekeningnummer aangever: [001]
Bedrag: 270 euro
Datum transactie: 31 oktober 2015
Datum ontvangst transactie op rekening verdachte: 2 november 2015
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 2 november 2015
Er is te zien dat er op dezelfde dag nog een geldbedrag van 270 euro gestort is, op de rekening van verdachte, door [B] . Echter is er van dit bedrag geen aangifte, wel is er contact geweest met de eigenaar [betrokkene 10] . Hiervan is afzonderlijk een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt. Het totale geldbedrag van 540 euro wat op 2 november 2015 ontvangen is werd direct verdeeld. Namelijk 330 euro gaat naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 210 euro gaat naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9] .
Aangifte 7
BVH: Origineel 2015067411
Aangever: [betrokkene 11]
Rekeningnummer aangever: [012]
Bedrag: 300 euro
Datum transactie: 4 november 2015
Datum ontvangst transactie op rekening verdachte: 4 november 2015.
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 4 november 2015
Op de dag van ontvangst wordt het gestorte geldbedrag verdeeld. Namelijk 175 euro
gaat naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 125 euro
gaat naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9] .
Aangifte 8
BVH: Origineel 2015068698 / Dummy 2016214303
Aangever: [betrokkene 7]
Rekeningnummer aangever: [008]
Bedrag: 256 euro
Datum transactie: 5 november 2015
Datum ontvangst transactie op rekening verdachte: 5 november 2015
Overboeking van rekeningnummer verdachte: 5 november 2015
Op de dag van ontvangst wordt het gestorte geldbedrag verdeeld. 160 euro gaat naar rekening [009] met de naam [verdachte] en 96 euro gaat naar rekening [010] met de naam [betrokkene 9] .
9. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 mei 2016, nummer PL0600-2015537438-8, opgenomen op pagina 154 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van verdachte [betrokkene 9]
Ik weet niet hoe vaak er geld op mijn rekening werd gestort voor [verdachte] . Ik weet wel dat [verdachte] ongeveer acht keer met mij naar de pinautomaat is geweest omdat hij geld van mijn rekening nodig had. Ik wist niet waar dat geld vandaan kwam. Ik pinde dan bedragen als 150 Euro, 240 Euro, en 50 Euro, maar nooit hoger dan 250 Euro. Ik heb ook 4 a 5 keer geld overgemaakt naar de rekening van [verdachte] . Dat was steeds naar hetzelfde rekeningnummer.
10. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 23 augustus 2016, nummer PL0600-2015537438-13, opgenomen op pagina 161 e.v. van het onder 1 genoemde dossier, inhoudende:
als verklaring van verdachte [betrokkene 9]
V: Hoe ging het in zijn werk?
A: Als er geld op mijn rekening werd gestort belde [verdachte] mij op met de vraag of ik het geld naar hem over wilde maken.
V: En jij maakte het dan over naar [verdachte] ?
A: Dit deed ik dan gelijk.
V: Deed je dat op dezelfde dag?
A: Volgens mij deed ik dat wel gelijk.
V: Hoe deed je dat?
A: Internet bankieren.
11. Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige bij de raadsheer-commissaris, d.d. 8 juni 2018, inhoudende:
als verklaring van getuige [betrokkene 9]
Ikzelf maakte gebruik van deze bankrekeningen, er waren geen gemachtigden. Er werd ook wel eens een toeslag van mijn moeder op gestort die zij dan met mijn pincode opnam. Op verzoek van [verdachte] stortten andere mensen bedragen op mijn rekening. [verdachte] gaf dat dan tevoren aan mij aan. Ik wist aanvankelijk niet dat [verdachte] andere mensen oplichtte. Toen ik dat doorkreeg, heb ik dat met hem besproken. Van toen af kreeg ik een vergoeding van hem. Op een goed moment ben ik ermee gestopt. Dat was toen [verdachte] samen met iemand anders bij mij kwam met het voorstel om op mijn naam een internetbedrijf te registreren bij de Kamer van Koophandel. Ik herinner mij ook nog een keer een berichtje ontvangen te hebben van iemand die één cent had overgemaakt met de tekst ‘oplichter’. [verdachte] heeft mij toen de instructie gegeven aan die persoon via een retourovermaking te laten weten dat ik niet begreep waar die betrokkene het over had.”
2.3.
Het bestreden arrest bevat de volgende bewijsoverwegingen:
“ “Standpunt van de verdediging
“ De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde. Verdachte ontkent iets met de oplichting te maken te hebben.
“ [betrokkene 9] , ook verdachte in deze zaak, probeert verdachte met zijn verklaringen een hak te zetten. In de verklaringen van [betrokkene 9] staan meerdere tegenstrijdigheden. De verklaringen van [betrokkene 9] zijn onbetrouwbaar en kunnen niet als enig bewijs dienen, aldus de raadsman. Subsidiair heeft de raadsman een strafmaatverweer gevoerd.
“ Oordeel van het hof
“ Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het primair ten laste gelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
“ In het bijzonder overweegt het hof als volgt.
Het enkele feit dat de verklaringen van [betrokkene 9] bij de politie en bij de raadsheer-commissaris niet op elk detail overeenkomen, maakt de verklaringen niet onbetrouwbaar. Het hof acht de verklaringen dan ook betrouwbaar en zal deze gebruiken voor het bewijs.
Op de dag dat [betrokkene 9] het geld van aangevers op zijn rekening ontving, werd het merendeel daarvan overgemaakt naar verdachte. Het gaat om specifieke bedragen. Volgens de verklaringen van [betrokkene 9] , zoals hieronder opgenomen, maakte hij deze bedragen in overleg met verdachte over naar het rekeningnummer van verdachte.
De goederen die verdachte te koop aanbood, hadden betrekking op licht- en geluidtechniek. Verdachte beschikt vanuit zijn opleiding, en een bedrijf dat hij heeft gehad, over expertise met betrekking tot deze goederen.
Verdachte heeft ter zitting in hoger beroep, evenals in zijn eerdere verklaringen, aangevoerd dat [betrokkene 9] een schuld bij hem had en dat [betrokkene 9] die schuld door middel van de hiervoor bedoelde overboekingen terugbetaalde. Deze enkele stelling van verdachte is evenwel op geen enkele wijze onderbouwd en ook overigens niet aannemelijk geworden.
Het hof acht het primair tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen.”
3. De bespreking van het middel
3.1.
Het middel bevat de klacht dat de bewezenverklaarde oplichting niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan volgen, in het bijzonder dat daaruit niet kan volgen dat het de verdachte is geweest die de oplichtingshandelingen heeft verricht. Ook kan daar niet uit volgen dat de oplichting te Renkum is gepleegd.
3.2.
Ik ben het met de stellers van het middel eens. Uit de bewijsvoering van het hof blijkt immers niet meer dan dat zeven keer aangifte is gedaan van oplichting en dat medeverdachte [betrokkene 9] geld heeft ontvangen op zijn bankrekening, wat hij vervolgens aan verdachte heeft overgemaakt of voor verdachte heeft gepind en dat hij op enig moment doorkreeg dat verdachte andere mensen oplichtte. Daarmee is nog niet bewezen dat het de verdachte is geweest die de aangevers heeft bewogen tot betaling van de geldbedragen door gebruik te maken van de ten laste gelegde oplichtingshandelingen, die kort gezegd inhouden dat hij zich op Facebook heeft voorgedaan als verkoper van elektronische (licht- en geluid)apparatuur, dat hij webwinkels heeft opgericht en zich heeft voorgedaan als medewerker van een betrouwbaar bedrijf, dat hij zich heeft voorgedaan als medewerker van een bedrijf genaamd [A] , dat hij een telefoonnummer bekend heeft gemaakt waarop hij bereikbaar zou zijn, dat hij op Facebook heeft gereageerd op een geplaatste advertentie en daarbij heeft aangegeven dat hij de goederen kon leveren. Dat de verdachte verzocht heeft om geld op bankrekeningnummers van de medeverdachte [betrokkene 9] over te maken, kan wel uit bewijsmiddel 11, de verklaring van [betrokkene 9] volgen, maar die handelingen leveren nog niet het bewijs van de tenlastegelegde oplichtingshandelingen waaronder het aannemen van een valse naam en/of valse hoedanigheid op.1.Ook kan uit de gebezigde bewijsmiddelen niet volgen dat het feit in Renkum is gepleegd.
3.3.
Het middel is terecht voorgesteld.
4. Conclusie
4.1.
Het middel slaagt.
4.2.
Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
4.3.
Deze conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, teneinde opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 28‑01‑2020