NJ 2017/158
Overzichtsarrest oplichting, art. 326 lid 1 Sr.
HR 20-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2892, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 december 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/00346
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Noot
N. Keijzer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124307:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2892, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1269, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑04‑2016
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad geeft een overzichtsarrest ter zake van oplichting, mede met het oog op vragen die regelmatig in de praktijk rijzen over de precieze aard en de onderlinge samenhang van de oplichtingsmiddelen bestaande uit het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, het gebruik van listige kunstgrepen of het gebruik van een samenweefsel van verdichtsels. In casu is de bewezenverklaring dat verdachte door het aannemen van een valse hoedanigheid het slachtoffer ‘heeft bewogen’ tot afgifte van een geldbedrag € 50.000, mede gelet op de door de Hoge Raad gegeven vooropstellingen en hetgeen namens verdachte in dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.