Hof Arnhem-Leeuwarden, 23-09-2015, nr. 21-001826-12
ECLI:NL:GHARL:2015:7278, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
23-09-2015
- Zaaknummer
21-001826-12
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2015:7278, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 23‑09‑2015; (Hoger beroep)
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZUT:2012:BW1469, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 23‑09‑2015
Inhoudsindicatie
Het hof verklaart bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van de Wet voorkoming misbruik chemicaliën en de Opiumwet, maar legt aan verdachte geen straf of maatregel op.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001826-12
Uitspraak d.d.: 23 september 2015
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zutphen van 10 april 2012 met parketnummer 06-916402-09 in de strafzaak tegen
[verdacht bedrijf] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] , [adres] .
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 20 mei 2014, 29 april 2015 en 9 september 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door de vertegenwoordiger van verdachte en haar raadsman, mr. U. Yildirim, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing en een andere strafoplegging komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
1:zij
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen
in of omstreeks de periode van 1 mei 2006 tot en met 13 april 2010 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
als marktdeelnemer, de bevoegde instanties opzettelijk niet in kennis heeft gesteld van (een) voorval(len) met betrekking tot geregistreerde stoffen, dat/die er op wijst/wijzen of kan/kunnen wijzen, dat deze in de handel te brengen geregistreerde stoffen wellicht misbruikt zullen worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen, hebbende zij, verdachte, en/of haar mededader(s)
meermalen, althans eenmaal (telkens)
opzettelijk (een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden zoutzuur en/of zwavelzuur en/of aceton en/of tolueen verkocht en/of geleverd;
2:zij
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen
in of omstreeks de periode van 1 mei 2006 tot en met 13 april 2010 te [plaats] , in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het derde of vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet (oud) en/of in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet (nieuw),
te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine en/of metamfetamine en/of MDMA en/of MDEA en/of MDA en/of cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of metamfetamine en/of MDMA en/of MDEA en/of MDA en/of cocaïne, zijnde amfetamine en/of metamfetamine en/of MDMA en/of MDEA en/of MDA en/of cocaïne
(een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of een ander middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had om te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft zij, verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) (al dan niet via (een) ander(en)):
- hardware/laboratoriumbenodigdheden (onder meer twee destillatieapparaten en/of een vacuümcontroller en/of meerdere rondbodemkolven, -welke voorwerp(en) benodigd is/zijn, althans kunnen worden gebruikt, bij/voor de bereiding en/of verwerking en/of vervaardiging van MDMA en/of MDEA en/of MDA en/of amfetamine en/of cocaïne en/of metamfetamine, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I -), voorhanden gehad en/of verkocht en/of geleverd en/of besteld en/of
- ( een) stof(fen), te weten (een) (grote) hoeveelheid/-heden aceton en/of zoutzuur en/of zwavelzuur en/of mierenzuur en/of rode fosfor en/of jodium en/of hexaan en/of methanol en/of formamide en/of natriumhydroxide en/of wasbenzine (petroleum ether) en/of tolueen en/of fosforzuur en/of safrol (- welke stof(fen) benodigd is/zijn, althans kunnen worden gebruikt, bij/voor de bereiding en/of verwerking en/of vervaardiging van MDMA en/of MDEA en/of MDA en/of amfetamine en/of cocaïne en/of metamfetamine, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I -) besteld, vervoerd, opgeslagen, verpakt, bereid, bewerkt, verwerkt, afgeleverd, verstrekt, gekocht, verkocht, gefinancierd, ter beschikking gesteld en/of voorhanden gehad en/of doen/laten bestellen en/of vervoeren en/of opslaan en/of verpakken en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of afleveren en/of verstrekken en/of kopen en/of verkopen en/of financieren en/of ter beschikking stellen en/of voorhanden hebben en/of
- tot bovenomschreven feiten opdracht gegeven en/of daartoe hand- en spandiensten verricht.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde. Zij heeft daartoe aangevoerd dat [medeverdachte 1] (verder: [medeverdachte 1] ) - een van de vennoten van verdachte - handelend voor of namens verdachte, verdachte transacties opzettelijk niet heeft gemeld. Volgens de advocaat-generaal heeft verdachte zich vanaf 1 mei 2006 als medepleger schuldig gemaakt aan het onder 1 tenlastegelegde, nu de Hoge Raad bepaald heeft dat, als een rechtspersoon wordt omgezet in een andere rechtspersoon, de laatste rechtspersoon kan worden vervolgd voor feiten begaan door de eerste. De advocaat-generaal heeft gewezen op de checklist van verdachte omstandigheden/transacties (bijlage D125) en heeft op basis daarvan geconcludeerd dat verdachte de transacties met betrekking tot aceton, zwavelzuur, zoutzuur, tolueen en fosforzuur had moeten melden.
De advocaat-generaal heeft voorts gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde, waarbij verdachte als medepleger kan worden aangemerkt. Volgens de advocaat-generaal kunnen de gedragingen van verdachte worden aangemerkt als voorbereidingshandelingen voor overtreding van de Opiumwet, nu sprake is van opzet om een feit als bedoeld in artikel 10 lid 4 en 5 van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen. De advocaat-generaal heeft daartoe aangevoerd dat de vertegenwoordiger van verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat met de door hem geleverde producten drugs zouden worden geproduceerd.
De advocaat-generaal heeft voorts - onder meer - gewezen op de in de loods van verdachte aangetroffen aanhangwagen met daarop chemicaliën die vermoedelijk eerder gebruikt zijn bij de omzetting van safrol naar PMK, de omstandigheid dat er in de woning van medeverdachte [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ) verschillende procedurebeschrijvingen zijn aangetroffen die te maken hebben met de productie van drugs of drugsprecursoren en het feit dat er in de woning van [medeverdachte 2] een waarschijnlijk door [medeverdachte 3] geschreven procedurebeschrijving en een lijst met benodigdheden voor het productieproces van PMK (een grondstof voor XTC) is aangetroffen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde. Daartoe heeft hij - kort gezegd - naar voren gebracht dat geen sprake was van verdachte transacties die bij de FIOD-ECD gemeld hadden moeten worden. De vertegenwoordiger van verdachte had geen reden om te twijfelen aan de bestemming van de chemicaliën die werden besteld door en geleverd aan medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ), nu [medeverdachte 2] regelmatig sprak over diverse kunstrestauratieprojecten waarvoor hij de chemicaliën nodig had. De geleverde stoffen kennen allemaal een toepassing in de kunstwereld. Ook waren de persoonsgegevens van [medeverdachte 2] bekend en via de telefoongids geverifieerd. De raadsman heeft voorts gewezen op de checklist van verdachte omstandigheden/transacties. Op basis van de in die checklist genoemde factoren en gelet op het voorgaande heeft de raadsman geconcludeerd dat verdachte niet opzettelijk heeft nagelaten de bevoegde instanties op de hoogte te brengen van de transacties zoals bedoeld in het onder 1 tenlastegelegde.
Bovendien heeft de raadsman betoogd dat een eventuele verboden gedraging niet aan verdachte kan worden toegerekend.
De raadsman heeft voorts aangevoerd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 2 tenlastegelegde, nu de vertegenwoordiger van verdachte zich bij geen van de bedoelde transacties heeft gerealiseerd dat de verkoop gerelateerd was aan de productie van drugs. De door verdachte geleverde stoffen kennen allemaal een toepassing in de kunstwereld. Voor zover de levering geen gebruikelijke hoeveelheid betrof, had de vertegenwoordiger van verdachte geen aanleiding te twijfelen aan de transactie, gelet op het feit dat de afnemer bekend was alsmede waarvoor deze de chemicaliën wilde gebruiken. Voorts was de vertegenwoordiger van verdachte niet bekend met de inhoud van de aanhangwagen en de inhoud van de units achter [verdacht bedrijf] . Opzet op het plegen van strafbare voorbereidingshandelingen kan daarom niet bewezen worden.
Bovendien heeft de raadsman betoogd dat een eventuele verboden gedraging niet aan verdachte kan worden toegerekend.
Oordeel hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder 1 en 2 tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder op grond van de volgende feiten en omstandigheden acht het hof bewezen dat sprake was van voorvallen met betrekking tot geregistreerde stoffen die erop wijzen of kunnen wijzen dat de betreffende stoffen wellicht misbruikt zullen worden voor de vervaardiging van drugs en dat dit verdachte ook duidelijk was.
- -
Het gaat bij de bewezenverklaarde stoffen om stoffen die behoren tot categorie 3, welke gebruikt kunnen worden - zoals van algemene bekendheid is, op de verpakking staat vermeld en [medeverdachte 1] wist - om stoffen als bedoeld in lijst 1 behorende bij de Opiumwet te vervaardigen.
- -
Het gaat om (verhoudingsgewijs) grote hoeveelheden van de betreffende stoffen. Getuige [getuige 1] - die in het verleden vennoot van de VOF was en ook enige tijd de onderneming als eenmanszaak heeft gedreven - heeft onder meer verklaard dat de bedoelde transacties voor verdachte ongebruikelijke hoeveelheden van de betreffende stoffen betreffen. Getuige [getuige 2] , die eveneens bij [verdacht bedrijf] werkzaam is geweest, heeft bovendien verklaard dat de transacties bijzonder grote hoeveelheden van de bedoelde chemicaliën betreffen. Uit zijn verklaring valt af te leiden dat dergelijke leveringen voor verdachte ongebruikelijk waren.
- -
[medeverdachte 2] betaalde telkens contant, in gedeelten, naar zijn zeggen telkens als hij betaald had gekregen van een koper van wie hij zelf een betaling had ontvangen.
- -
De bestellingen van [medeverdachte 2] zaten in een apart mapje. Zij werden kennelijk buiten de reguliere boekhouding gehouden.
- -
Door [medeverdachte 2] werden kennelijk geen namen genoemd van personen voor wie hij de bestellingen deed.
- -
Zowel door vennoot [medeverdachte 1] als door vennoot [medeverdachte 3] werden transacties met [medeverdachte 2] verricht die betrekking hadden op de onder feit 1 en 2 vermelde chemicaliën.
- -
Uit de bewijsmiddelen leidt het hof af dat het de vennoten en (daarmee) de rechtspersoon duidelijk was dat de transacties door [verdacht bedrijf] gemeld hadden moeten worden en dat zij beseften dat de chemicaliën konden worden gebruikt voor de vervaardiging en bewerking van drugs. Het hof verwijst op deze plaats naar de verklaringen van [medeverdachte 1] tegenover de FIOD dat hij zich ten tijde van de transacties met [medeverdachte 2] in verband met bijvoorbeeld de wijze van betaling, de wijze van aflevering, de hoeveelheid van de bestelling en de verwerking in de boekhouding eigenlijk wel realiseerde dat er niets normaals was aan de transacties met [medeverdachte 2] en dat voor alle zaken uit het “groene mapje” geldt dat hij wist wat er met de spullen zou kunnen gebeuren.
Het hof spreekt verdachte vrij van het onder 1 tenlastegelegde voor zover het betreft de periode voor 1 april 2008. Anders dan de advocaat-generaal (impliciet) heeft aangevoerd, was er geen sprake van een rechtspersoon voordat de vennootschap onder firma op 1 april 2008 werd opgericht. Van een rechtspersoon waardoor het feit in april 2007 zou zijn begaan en die door verdachte is voortgezet, is daarom geen sprake.
Voor de periode daarna acht het hof het feit bewezen. De gedragingen kunnen immers aan verdachte worden toegerekend nu zij in de sfeer van de rechtspersoon liggen (vgl. HR 21 oktober 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF7938 (Drijfmest)).
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1:
zij
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen
in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot en met 13 april 2010 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
als marktdeelnemer, de bevoegde instanties opzettelijk niet in kennis heeft gesteld van (een) voorval(len) met betrekking tot geregistreerde stoffen, dat/die er op wijst/wijzen of kan/kunnen wijzen, dat deze in de handel te brengen geregistreerde stoffen wellicht misbruikt zullen worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen, hebbende zij, verdachte, en/of haar mededader(s)
meermalen, althans eenmaal (telkens)
opzettelijk (een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden zoutzuur en/of zwavelzuur en/of aceton en/of tolueen verkocht en/of geleverd;
2:zij
op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen
in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot en met 13 april 2010 te [plaats] , in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het derde of vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet (oud) en/of in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet (nieuw),
te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine en/of metamfetamine en/of MDMA en/of MDEA en/of MDA en/of cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of metamfetamine en/of MDMA en/of MDEA en/of MDA en/of cocaïne, zijnde amfetamine en/of metamfetamine en/of MDMA en/of MDEA en/of MDA en/of cocaïne
(een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of een ander middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had om te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft zij, verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) (al dan niet via (een) ander(en)):
- hardware/laboratoriumbenodigdheden (onder meer twee destillatieapparaten en/of een vacuümcontroller en/of meerdere rondbodemkolven, -welke voorwerp(en) benodigd is/zijn, althans kunnen worden gebruikt, bij/voor de bereiding en/of verwerking en/of vervaardiging van MDMA en/of MDEA en/of MDA en/of amfetamine en/of cocaïne en/of metamfetamine, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I -), voorhanden gehad en/of verkocht en/of geleverd en/of besteld en/of
- ( een) stof(fen), te weten (een) (grote) hoeveelheid/-heden aceton en/of zoutzuur en/of zwavelzuur en/of mierenzuur en/of rode fosfor en/of jodium en/of hexaan en/of methanol en/of formamide en/of natriumhydroxide en/of wasbenzine (petroleum ether) en/of tolueen en/of fosforzuur en/of safrol (- welke stof(fen) benodigd is/zijn, althans kunnen worden gebruikt, bij/voor de bereiding en/of verwerking en/of vervaardiging van MDMA en/of MDEA en/of MDA en/of amfetamine en/of cocaïne en/of metamfetamine, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I -) besteld, vervoerd, opgeslagen, verpakt, bereid, bewerkt, verwerkt, afgeleverd, verstrekt, gekocht, verkocht, gefinancierd, ter beschikking gesteld en/of voorhanden gehad en/of doen/laten bestellen en/of vervoeren en/of opslaan en/of verpakken en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of afleveren en/of verstrekken en/of kopen en/of verkopen en/of financieren en/of ter beschikking stellen en/of voorhanden hebben en/of
- tot bovenomschreven feiten opdracht gegeven en/of daartoe hand- en spandiensten verricht.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 2, onder a, van de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen, door zich of een ander middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, en door voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben gehad, waarvan verdachte weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en of maatregel
De advocaat-generaal heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een geldboete van 22.500 euro.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het niet melden van verdachte transacties bij de FIOD-ECD. Daarmee heeft verdachte in strijd met de Wet voorkoming misbruik chemicaliën gehandeld.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan de in- en verkoop van chemische stoffen die kunnen worden gebruikt voor de productie dan wel de bewerking of verwerking van drugs. Verdachte heeft stoffen en laboratoriumartikelen voorhanden gehad die worden gebruikt voor de productie dan wel bewerking of verwerking van drugs. Met dit handelen heeft verdachte bijgedragen aan de mogelijkheid drugs te produceren en aan de instandhouding van het illegale drugscircuit. Algemeen bekend is dat de productie en handel van drugs gepaard gaat met (zware) criminaliteit, gevaar voor de omgeving en milieuschade. Het gebruik van drugs heeft ook nadelige maatschappelijke gevolgen zoals gezondheidsschade voor gebruikers en verwervingscriminaliteit.
Het hof heeft ten voordele van verdachte in de strafoplegging meegewogen dat verdachte blijkens het Uittreksel Justitiële Documentatie van 13 augustus 2015 niet eerder is veroordeeld ter zake van enig strafbaar feit.
Het hof houdt voorts ten voordele van verdachte rekening met het tijdsverloop. De feiten zijn gepleegd in de periode van 1 april 2008 tot en met 13 april 2010, verdachte is op 13 april 2010 aangehouden en het hof wijst uiteindelijk arrest op 23 september 2015. Er is sprake van overschrijding van de redelijke termijn van artikel 6 EVRM in hoger beroep.
Het hof acht het raadzaam te bepalen dat aan verdachte geen straf of maatregel zal worden opgelegd. Daartoe overweegt het hof dat [verdacht bedrijf] (verdachte) inmiddels is ontbonden. Bovendien zijn de vennoten afzonderlijk vervolgd. Bij uitspraken van dit hof van 23 september 2015 worden zij tot straffen veroordeeld. Het hof acht het bij deze stand van zaken niet nodig of wenselijk dat daarnaast aan verdachte nog een straf of maatregel wordt opgelegd.
Beslag
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, die tot het begaan van het onder 2 bewezenverklaarde zijn vervaardigd of bestemd, dan wel die bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte onder 2 begane misdrijf werden aangetroffen en kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op artikel 10a van de Opiumwet, de artikelen 9a, 36d, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en artikel 2 van de Wet voorkoming misbruik chemicaliën.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. Een aanhangwagen met inhoud zoals omschreven in bijlage D207;
2. Twee blikken (van 50 liter) rode fosfor;
3. Een zak rode fosfor van ongeveer 5 kilo;
4. Drie zakken jood van ongeveer 25 liter per zak;
5. Een blik fosforzuur van 25 liter;
6. Een blik salpeterzuur van 25 liter;
7. Een blik ammoniumnitraat van 25 liter;
8. Een blik ijzerchelaat FE-DP 61;
9. Tien blikken hypophosphorus acid van 25 liter blauw;
10. Een jerrycan van ongeveer 10 liter met gelige vloeistof, geen etiket;
11. Een jerrycan van 25 liter met een doorzichtige vloeistof, geen etiket;
12. Vijftien jerrycans van 25 liter hexaan (volgens etiket);
13. Drie jerrycans ethylacetaat (volgens etiket);
14. Een jerrycan met doorzichtige vloeistof, geen etiket;
15. Een fles isoparafine J;
16. Een jerrycan van 25 liter petroleum ether 40-60, tweekleurige vloeistof;
17. Vier jerrycans petroleum ether 100-140;
18. Drie jerrycans petroleum ether 40-60;
19. Zeven jerrycans petroleum ether 100-140;
20. Een blauwe drum kookpunt benzine;
21. Een blauwe drum ammoniak;
22. Een fles parafine;
23. Twee flessen zoutzuur 35%;
24. Een flesje in handschoen met gelige vloeistof;
25. Een blik/potje met onbekende stof en vloeistof;
26. Een zwart(e) bus/blik mammoth (vloeistof);
27. Een witte emmer met een onbekende vloeistof.
Aldus gewezen door
mr. A. van Waarden, voorzitter,
mr. J.A.W. Lensing en mr. L.E.M. Hendriks, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. Jansen, griffier,
en op 23 september 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. L.E.M. Hendriks is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 23 september 2015.
Tegenwoordig:
mr. E.A.K.G. Ruys, voorzitter,
mr. E.C.A.M. Langenhorst, advocaat-generaal,
H. de Graaf, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.