RvdW 2014/338:Bevoegdheid pandhouder tot parate executie; onderhandse executieverkoop door pandgever overeengekomen als afwijkende wijze van verkoop in zin art. 3:251 lid 2 BW; Haviltex-maatstaf; pandhouder ook na faillissement gerechtigd tot executieopbrengst; art. 3:253 lid 1 BW; geen verrekening in zin art. 54 Fw; geen misbruik door bank van bijzondere positie in het girale betalingsverkeer.