Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/1212
Opzettelijke invoer cocaïne. Bewijsklachten. HR: art. 81 RO.
HR 27-09-2011, ECLI:NL:HR:2011:BR2075
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 september 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, M.A. Loth
- Zaaknummer
10/03337
- Conclusie
A-G Silvis
- LJN
BR2075
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Bijzonder strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BR2075, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑09‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BR2075, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2011
Essentie
Opzettelijke invoer cocaïne. Bewijsklachten. HR: art. 81 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 12 mei 2010, nummer 23/004886-09, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. G. Spong, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Silvis:
1.
Verdachte is bij arrest van 12 mei 2010 door het gerechtshof te Amsterdam wegens ‘opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod’ veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden met aftrek. Het hof heeft voorts ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.