Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/1183
Vaststelling erfgrens. Extinctieve verjaring; art. 3:105, 306 BW. Art. 81 RO.
HR 30-09-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8778
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 september 2011
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/01685
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BQ8778
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Burenrecht en mandeligheid
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ8778, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑09‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ8778, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑06‑2011
Essentie
Vaststelling erfgrens. Extinctieve verjaring; art. 3:105, 306 BW. Art. 81 RO.
Partij(en)
[Eiseres], te [woonplaats], eiseres tot cassatie, adv.: mr. P. Garretsen,
tegen
[Verweerder], te [woonplaats], verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie plv. P-G mr. De Vries Lentsch-Kostense:
Inleiding
1.
Deze zaak leent zich voor een verkorte conclusie nu de aangevoerde cassatieklachten niet tot cassatie kunnen leiden en niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
2.
Partijen, verder: [eiseres] en [verweerder], zijn buren. Zij zijn eigenaar van aan elkaar grenzende percelen. [Eiseres] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.