NJ 2011/371
Wet CAO. Nawerking CAO-bepalingen ook ingeval minimum-CAO van toepassing is geworden?; grondslag nawerking; rechtskarakter minimum-CAO.
HR 08-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP0580, m.nt. E. Verhulp (AbvaKabo/UK)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 april 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/00405
- Conclusie
A-G Spier
- Noot
E. Verhulp
- LJN
BP0580
- Roepnaam
AbvaKabo/UK
- JCDI
JCDI:ADS161397:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP0580, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP0580, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑01‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑01‑2010
- Wetingang
Essentie
Wet CAO. Nawerking CAO-bepalingen ook ingeval minimum-CAO van toepassing is geworden?; grondslag nawerking; rechtskarakter minimum-CAO.
Bepalingen omtrent arbeidsvoorwaarden uit een CAO waaraan de werknemer en de werkgever op grond van art. 9 lid 1 Wet CAO gebonden zijn geraakt, zijn deel gaan uitmaken van de tussen hen bestaande arbeidsovereenkomst. Uit het systeem van de Wet CAO vloeit dan voort dat die bepalingen na afloop van de desbetreffende CAO tussen hen blijven gelden, behoudens andersluidende individuele of collectieve afspraken (vgl. HR 10 januari 2003, NJ 2006/516, m.nt. Heerma van Voss). Een minimum-CAO kenmerkt zich hierdoor dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.