Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/885
Beginsel ne bis in idem. Schengenuitvoeringsovereenkomst. Begrippen straf die ‛is ondergaan’ en straf die ‛daadwerkelijk ten uitvoer wordt gelegd’.
HvJ EU 27-05-2014, ECLI:EU:C:2014:586 (Zoran Spacic)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
27 mei 2014
- Magistraten
V. Skouris, K. Lenaerts, R. Silva de Lapuerta, M. Ilešič, L. Bay Larsen, M. Safjan, C.G. Fernlund, A. Ó Caoimh, C. Toader, D. Šváby, E. Jarašiūnas, S. Rodin, F. Biltgen
- Zaaknummer
C-129/14 PPU
- Conclusie
A-G N. Jääskinen
- Roepnaam
Zoran Spacic
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
EU-recht / Rechtsbescherming
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2014:586, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 27‑05‑2014
- Wetingang
Uitleg van artikel 54 van de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux, Duitsland en Frankrijk op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen.
Essentie
Procedure tegen Zoran Spasic.
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Oberlandesgericht Nürnberg bij beslissing van 19 maart 2014.
Beginsel ne bis in idem. Schengenuitvoeringsovereenkomst. Begrippen straf die ‛is ondergaan’ en straf die ‛daadwerkelijk ten uitvoer wordt gelegd’.
Artikel 54 van de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990 en in werking getreden op 26 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.