Besluit op de Bijzondere Gerechtshoven
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1992
- Bronpublicatie:
24-06-1992, Stb. 1992, 330 (uitgifte: 30-06-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-1992, Stb. 1992, 330 (uitgifte: 30-06-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
Juridische beroepen / Algemeen
1.
Elk Bijzonder Gerechtshof is verdeeld in zooveel kamers als door Ons zal worden bepaald.
2.
De samenstelling en bezetting van, alsmede de verdeeling der werkzaamheden onder de kamers, de dagen der gewone zittingen en het uur van den aanvang derzelve worden door den president in overleg met de overige leden van zijn college, den procureur-fiscaal en den griffier geregeld en telkens, als hiertoe aanleiding bestaat, herzien. Daarbij kan tevens worden bepaald, dat een of meer kamers hetzij uitsluitend, hetzij mede zitting zullen houden op een of meer andere plaatsen, gelegen binnen het rechtsgebied van het college, dan waar hetzelve gevestigd is.
3.
Hetgeen is bepaald overeenkomstig het tweede lid wordt vastgesteld bij een reglement. Dit reglement wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.