Einde inhoudsopgave
Regeling vrijstelling verplichtingen sociale zekerheidswetten
Artikel 4 Vrijstelling in verband met vakantie
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
14-11-2012, Stcrt. 2012, 23827 (uitgifte: 22-11-2012, regelingnummer: 2012-0000028107)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2012, Stcrt. 2012, 23827 (uitgifte: 22-11-2012, regelingnummer: 2012-0000028107)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid werkloosheid / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verplichtingen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 24, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2° en 4°, en 26, eerste lid, onderdelen d, f en g, van de WW, of in de artikelen 14, tweede lid, onderdeel b, en 15, onderdelen a tot en met e, van de IOW, is vrijgesteld de werknemer respectievelijk de IOW-gerechtigde die met behoud van zijn recht op uitkering op grond van de WW of IOW vakantie geniet als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Vakantieregeling WW en IOW.
2.
Van de verplichtingen, bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet WIA, is vrijgesteld de verzekerde die zijn resterende verdiencapaciteit niet volledig benut en die vakantie geniet tot een maximum van 20 werkdagen per jaar waarbij onder werkdagen wordt verstaan de dagen maandag tot en met vrijdag.
3.
Van de verplichtingen, bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de ZW, is vrijgesteld de persoon die ziekengeld ontvangt op grond van de ZW en die vakantie geniet tot een maximum van 20 werkdagen per jaar waarbij onder werkdagen wordt verstaan de dagen maandag tot en met vrijdag.
4.
De verzekerde, bedoeld in het tweede lid, of de persoon, bedoeld in het derde lid, geniet vakantie indien:
- a.
hij verklaard heeft vakantie te genieten; of
- b.
niet verklaard heeft vakantie te genieten, maar daar, gelet op de feitelijke omstandigheden, kennelijk sprake van is.