Einde inhoudsopgave
Regeling vrijstelling verplichtingen sociale zekerheidswetten
Artikel 1 Definities
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2020
- Bronpublicatie:
06-07-2020, Stcrt. 2020, 37509 (uitgifte: 15-07-2020, regelingnummer: 2019-0000029257)
- Inwerkingtreding
01-09-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-07-2020, Stcrt. 2020, 37509 (uitgifte: 15-07-2020, regelingnummer: 2019-0000029257)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid werkloosheid / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verplichtingen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
In deze regeling wordt verstaan onder:
resterende verdiencapaciteit: de resterende verdiencapaciteit, bedoeld in paragraaf 7.2 van de Wet WIA;
uitkeringsgerechtigde: de verzekerde die zijn resterende verdiencapaciteit als bedoeld in paragraaf 7.2 van de Wet WIA niet volledig benut, de werknemer, de IOW-gerechtigde, of de persoon die ziekengeld ontvangt op grond van de ZW;
verzekerde: de verzekerde, bedoeld in de Wet WIA, die recht heeft op een WGA-uitkering;
werknemer: de werknemer, bedoeld in hoofdstuk 1, paragraaf 2, van de WW, die recht heeft op een WW-uitkering;
Wet WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
WGA-uitkering: werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet WIA;
WW: Werkloosheidswet;
IOW-gerechtigde: de uitkeringsgerechtigde, bedoeld in artikel 1 van de IOW;
ZW: Ziektewet;
Pensioen: een uitkering op grond van een pensioenregeling als bedoeld in artikel 18, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van de Wet op de loonbelasting 1964.
Prepensioen: een uitkering op grond van een regeling voor vervroegde uittreding als bedoeld in artikel 32ba, van de Wet op de loonbelasting 1964 of op grond van een prepensioenregeling als bedoeld in artikel 38a van de Wet op de loonbelasting 1964 zoals dat artikel luidde op 31 december 2004;
Verlof: een tussen de werkgever en de werknemer voor een gedeelte of het geheel van de arbeidstijd overeengekomen periode, waarin de werknemer geen arbeid jegens de werkgever verricht.