Rechtspraak van de Week (RvdW)
Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/624:Opzettelijk aanwezig hebben hennep, art. 3 onder C Opiumwet. Bewijsklachten. 1. Uit bewijsmiddelen kan niet volgen dat hennepplanten zich in machtssfeer verdachte bevonden. 2. Opzet verdachte op aanwezigheid hennepplanten. HR: art. 81 lid 1 RO.
RvdW 2022/624
Opzettelijk aanwezig hebben hennep, art. 3 onder C Opiumwet. Bewijsklachten. 1. Uit bewijsmiddelen kan niet volgen dat hennepplanten zich in machtssfeer verdachte bevonden. 2. Opzet verdachte op aanwezigheid hennepplanten. HR: art. 81 lid 1 RO.
Documentgegevens:
HR 14-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:699
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 juni 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, T. Kooijmans
- Zaaknummer
20/02160
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:699, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:554, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2022
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/02160
Datum 14 juni 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 6 juli 2020, nummer 23-004390-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
Inleiding
1. Het gerechtshof Amsterdam ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.