Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/622
Executie-uitlevering van opgeëiste persoon (Bulgaarse nationaliteit) naar Turkije. Bevoegdheidsverdeling uitleveringsrechter en minister.
HR 14-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:843
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 juni 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
22/00084 U
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:843, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:474, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑05‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑04‑2022
- Wetingang
Essentie
Executie-uitlevering op basis van het EUV van de opgeëiste persoon — een burger van de Unie met de Bulgaarse nationaliteit — naar Turkije ter zake van de tenuitvoerlegging van een veroordeling tot gevangenisstraf. Bevoegdheidsverdeling uitleveringsrechter en minister.
Samenvatting
Door Turkije is uitlevering verzocht van de opgeëiste persoon, die de Bulgaarse nationaliteit heeft, ter (verdere) tenuitvoerlegging van een onherroepelijke veroordeling door een Turkse rechtbank voor handel in verdovende middelen tot een gevangenisstraf van twaalf jaren en zes maanden. Het verweer dat namens de opgeëiste persoon bij de rechtbank is gevoerd, komt erop neer dat de uitlevering ontoelaatbaar moet worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.