NJB 2013/440:Partijdebat. HR: Uitgaande van de vaststelling in het tussenarrest van het hof dat partijen tot dat moment nog geen overzichtelijk en eenduidig debat hadden gevoerd, stond het het hof in beginsel vrij om partijen op te dragen hun stellingen en weren bij nadere memorie alsnog op overzichtelijke en eenduidige wijze uiteen te zetten en om partijen in het vooruitzicht te stellen dat het hof de stellingen en weren uit eerdere processtukken niet in zijn oordeelsvorming zou betrekken. Partijen behoefden echter geen rekening te houden met de mogelijkheid dat het hof de stellingen en weren die vóór het tussenarrest waren aangevoerd, maar nadien niet waren herhaald, alsnog in het eindarrest in zijn oordeelsvorming zou betrekken